Ik wil weer gamen als een kind Dus legde ik mezelf weer een restrictie van één uur gametijd per dag op6 minuten leestijd

De afgelopen jaren stonden goede voornemens bij de start van januari allesbehalve centraal in mijn leven. Ik vond het hele gedoe maar onzin; waarom zou je wachten tot een nieuw jaar om dingen in je leven om te gooien? Puur uitstelgedrag als je het mij vroeg.

Meer gesproken verhalen horen? Abonneer je op onze podcast Laadscherm Voorgelezen

Tot ik eind 2017 besefte dat dat eigenlijk wel meeviel. Mensen die het nieuwe jaar starten met goede voornemens hebben in elk geval de kans iets dat ze niet aanstaat aan hun eigen leven te veranderen. Dat doen zij beter dan ik – in essentie is mijn leven anno 2017 tenslotte niet veel anders dan twee jaar eerder. En dus besloot ik het roer om te gooien: in 2018 moeten goede voornemens goede handvatten worden om mijn leven hier en daar wat aangenamer te maken.

Nu zal ik je niet vermoeien met mijn waslijst aan goede voornemens en me enkel focussen op die ene relevante: ik wil in 2018 meer gaan gamen. De manier waarop ik dit ga bewerkstelligen, na jaren nauwelijks te hebben gegamed? Mezelf weer maximaal één uur gametijd per dag gunnen, net als vroeger.

Gamen als een kind

Meer gaan gamen door niet te veel te gamen klinkt als een contradictio in terminis, maar laat het me uitleggen. Als kind was het voor mij niet altijd even makkelijk om te gamen. Mijn eerste console kocht ik van verjaardagscentjes die ik op mijn tiende verjaardag van familie kreeg, dus tot die tijd kon ik eigenlijk alleen buitenshuis gamen. Daardoor was het een uitdaging op zich om ervoor te zorgen dat vriendjes niet bij mij kwamen spelen, maar ik bij hen.

Als ik bij hen was, kon ik het wereldrecord 1500 meter schaatsen aanscherpen in Nagano Winter Olympics ‘98 op de Nintendo 64. Vol verwondering kijken hoe mijn net wat beter gamende neef Aladdin op de SNES uitspeelde. Kennismaken met Hare Krishna in GTA – en ze vervolgens massaal omver rijden om bonuspunten te krijgen. Alles wat ik deed, alles wat ik zag, was nieuw, spannend, uitdagend en avontuurlijk tegelijk.

Ook toen ik eindelijk een PlayStation 1 in huis had, bleef ik met alle liefde zoveel mogelijk gamen. FIFA: Road to World Cup ‘98 heb ik letterlijk stuk gespeeld. Ik kon genieten van het rondcruisen in Driver zonder daadwerkelijk missies te spelen, en ik speelde de eerste (makkelijke) levels van Star Wars: The Phantom Menace keer op keer uit. Gamen bleef nog altijd leuk, want was nog altijd bijzonder. Mijn ouders stonden me slechts één uur gametijd per dag toe, want ze vonden het belangrijk dat ik ook boeken las en lekker op straat ging voetballen.  Zodoende perste ik dat uur elke dag weer tot de laatste seconde uit.

The Phantom Menace.

Toen ik eenmaal op eigen benen stond, verdween de regel van één uur gamen per dag als sneeuw voor de zon. Ik had meer consoles, meer games en kon gamen op elk denkbaar moment van elke dag. Zo is dat wat ooit een avontuur was, verworden tot een sleur die steeds plichtmatiger aan ging voelen. Gamen kan ik nu al-tijd, dus wat is er nog bijzonder aan? De bijkomstige faalangst waar ik eerder al over schreef, hielp natuurlijk ook niet mee aan het blijven gamen.

Een uur per dag

Toch vind ik games nog altijd fascinerend, praat ik er graag over en word ik zelfs gematigd enthousiast wanneer ik een vette aankondiging of nieuwe beelden van een toffe game zie. Best bijzonder voor iemand die nauwelijks spellen speelt. Afgelopen maand keek ik dagelijks naar speedrun-marathon Awesome Games Done Quick, ik bespreek elke grote game met mijn beste vrienden, maar het voelt aan als een surrogaat van het enthousiasme dat ik als kind had terwijl ik gamede. Geef me dit enthousiaste gevoel terug!  

Goede vriend en collega-redacteur Ferdi was bereid mij zijn exemplaar van Assassin’s Creed: Origins te lenen. Het terugvinden van het enthousiasme door het spelen van één uur per dag kon beginnen.

Toen ik op dag 1 Origins opstartte was het even slikken: eerst mocht patch 1.10 gedownload en geïnstalleerd worden. Toevallig was precies op dat moment mijn (draadloze) internet niet op z’n snelst, dus de seconden tikten trager weg dan ooit. Ik moest nog beginnen met gamen en een derde van mijn uur gametijd was al voorbij! Wat een ellende… De veertig minuten die resteerden gebruikte ik om zo snel mogelijk door grotten en tutorials heen te beuken en toch maar zoveel mogelijk gedaan te krijgen en voortgang te boeken.

Assassin’s Creed Origins.


Een dag later besloot ik precies het tegenovergestelde te proberen; het gamen moet niet aanvoelen als verplichting, maar als ontspanning. Op mijn eigen, rustige tempo pakte ik hier en daar wat zijmissies op en richtte ik me op het looten van grotebandietengrotten en onder water gelegen schatkisten. Ik was weer aan het ontdekken en dat voelde zowel spannend als ontspannend aan.

Op een brakke zaterdag na – gamen met een kater is echt geen goed idee – verliepen de dagen die volgden in grote lijnen hetzelfde. Ik boekte wat vooruitgang in de verhaallijn, deed er wat kleine missies naast, en ik ergerde me soms. Want eigenlijk is deze Assassin’s Creed met bijbehorende grote, open wereld, niet supergeschikt om slechts één uur per dag te spelen. Fast travelen naar alle locaties moet je unlocken, dus bij elk nieuw gebied dat je aantreft zit je weer vooral op je kameel of paard om die fast travel locatie voor locatie vrij te spelen.

En de laadschermen, mijn God, de laadschermen! Een goed laadscherm op zijn tijd kan ik best waarderen, maar om ermee geconfronteerd te worden voor én na een cutscene, en tijdens de zogenaamde fast travel die dus helemaal zo fast niet is, dat is me echt teveel van het goede. Ik heb tenslotte maar een uur!

Na een week gebeurde er plots iets waarvan ik niet gedacht had dat dit nog mogelijk zou zijn: ik speelde niet één, maar an-der-half uur aaneen. Vandaag de dag is er geen ouder meer die me na exact een uur achter m’n console vandaan kan trekken en de tijd vloog daardoor werkelijk voorbij zonder dat ik er erg in had. Zou mijn experiment hiermee officieel geslaagd zijn? Is het al tijd om het uur-per-dag-voornemen los te laten?

Die conclusie durf ik na iets meer dan een week nog niet te trekken. 2018 is nog maar net begonnen en of ik het hele jaar door bijna elke dag blijf gamen, laat zich heus niet voorspellen. Voorlopig houd ik het nog zoveel mogelijk bij een uur per dag, dat ritme bevalt me goed. Voor het eerst in jaren leg ik een singleplayergame niet al in de kast na in totaal maar twee uurtjes te hebben gespeeld. En dat allemaal omdat gamen weer iets is waar ik, net als vroeger, zéér precies de tijd voor neem.

Wessel Schillemans

Overdag ben ik Product Owner en Content Manager. 's Nachts ben ik de allergrootste casual die je ooit zult tegenkomen. Mail me op [email protected] of stuur me een berichtje via Twitter.