Door Destiny 2 voel ik mij een noob De tand des tijdgebrek4 minuten leestijd

Vroeger wist ik veel over de games die ik speelde. De beste wapens, de slimste tactieken, alle nieuwe features in de laatste patch… Ik was ervan op de hoogte. Maar de tijden zijn veranderd. En de eerste game waarin ik mij echt een groentje voel, is Destiny 2.

Meer gesproken verhalen horen? Abonneer je op onze podcast Laadscherm Voorgelezen

Zoals ik in mijn eerste artikel op Laadscherm al schreef, heb ik jarenlang vrij fanatiek World of Warcraft gespeeld. Ik wist daar altijd precies waar ik mee bezig was. Ik nam weken vóór een nieuwe patch al de patch notes door en las dagelijks op fanblogs over alle facetten van het spel. Ik was zelfs op de hoogte van de laatste PvP-tactieken, ook al had ik een hekel aan dat aspect van de game.

De laatste tijd merk ik dat dit is veranderd. Ik heb een fulltime baan buiten de game-industrie en ik zit er daardoor lang niet meer zo goed in als vroeger. Dat was helemaal prima, tot ik Destiny 2 ging spelen.

Zo voelde mijn moeder zich dus

Ik speel namelijk met vrienden die – zonder uitzondering – meer tijd hebben om te gamen dan ik, of er in ieder geval meer tijd voor vrijmaken. Toen ik anderhalve week na release de verhaallijn van Destiny 2 had uitgespeeld, zaten mijn vrienden al op light level 290. Voor de mensen die geen Destiny spelen: nadat je het verhaal hebt uitgespeeld, wordt je voortgang bijgehouden in een light level, dat het gemiddelde is van de hoeveelheid ‘light’ op je gear. Na het verhaal zal je light level zo rond de 220 liggen, waarna je stapje voor stapje betere gear gaat verzamelen om dit level omhoog te krijgen.

Terwijl ik eindeloos heen en weer aan het racen was om mee te doen aan public events en alle overgebleven sidequests te voltooien, hadden mijn vrienden het over quests en opdrachten die ik zelfs nu nog niet heb vrijgespeeld. Inmiddels zijn we zo’n twee maanden verder en zit ik op light level 275. Dat is nog steeds 15 levels lager dan waar mijn vriendenclub al na anderhalve week zat. Er was voor hen al snel niet veel meer te doen, behalve zoeken naar specifieke wapens en upgrades.

“Gast, je moet even … vrijspelen, die is vet handig voor …”, klinkt het in mijn headset. “Nee, ik wil eerst m’n … upgraden, maar daar heb ik … voor nodig”, is het antwoord. De wapens, eindbazen en skills die zij noemen zeggen me helemaal niks. De gesprekken gaan volledig langs me heen. Ik weet eindelijk hoe mijn moeder zich voelde als ik het met mijn broertje over World of Warcraft had tijdens het avondeten.

Ik ben een gele hond

Als ik wel met ze mee speel, voel ik me echt een groentje. Terwijl twee van mijn vrienden door de Nightfall (een moeilijke versie van een normale dungeon) heen knallen, loop ik er als een gympie achteraan. Ken je dat gifje van Adventure Time, waarin Finn met een laserzwaard door een gang rent en Jake alle achtergebleven loot opraapt? Ik ben die gele hond.

De raid van Destiny 2 – voor velen het ultieme doel – is inmiddels ook al lang en breed kapotgespeeld. Wat eigenlijk meerdere uren zou moeten duren, wordt door mijn vriendengroep in een kleine anderhalf uur geklaard. Of, zoals mijn broertje zei: “1h09 met een rookpauze, maar daarna nog even wat kistjes looten, dus zeg maar 1h30.”

Aan de ene kant natuurlijk vet relaxed; ik hoef weinig te doen en in dat spaarzame uurtje dat ik speel schiet mijn light level soms met een vijftal omhoog. Daar moet je anders uren voor spelen. Maar als voormalig fanatieke gamer, voelt het niet goed. Het is als Pokémon spelen met alleen maar Master Balls en een team vol level 100 Charizards. Je hoeft nergens je best voor te doen en niet na te denken over de opstelling van je team, want je blaast toch wel overal doorheen.

Ik heb ook gemerkt dat ik daardoor steeds meer singleplayerspellen ga spelen, of multiplayergames waarbij er weinig sprake is van progressie. Zo hoef je niet dagelijks Overwatch te spelen om nog te kunnen genieten van een paar potjes tussendoor. Maar mijn favoriete games dit jaar zijn zonder twijfel singleplayeravonturen als Zelda: Breath of the Wild en Super Mario Odyssey. Oké, bij die laatste verbleken mijn schamele 180 manen ook bij de 684 stuks die Laadscherm-collega Erwin al heeft gehaald, maar die achterstand van dik 500 manen kan ik tenminste op mijn eigen tempo inhalen. Geef me een jaartje.

Thijs Kaagman

Schrijft overdag over speciaalbier voor Beerwulf en 's avonds over games voor Laadscherm. Liefdesbrieven via [email protected] of volg hem op Twitter.