Bot vangen in Old School RuneScape Een feest van herkenning en herhaling6 minuten leestijd

Vakkenvullen, schoonmaken in een bakkerij, afwassen in een slagerij en de botten van reuzen verkopen. Ik had het maar druk met al die bijbaantjes, of ze nu echt waren of virtueel. Nu de eerste mmo die ik ooit speelde terug is in mobiele vorm, pak ik mijn oude baantje in de wereld van RuneScape weer op. Al diende ik na een paar uur mijn ontslagbrief weer in.

Meer gesproken verhalen horen? Abonneer je op onze podcast Laadscherm Voorgelezen

Vaak zijn dingen in je herinnering mooier dan ze echt waren, maar in het geval van RuneScape heb ik de game nooit mooi gevonden. De spelwereld van ontwikkelaar Jagex bestaat uit grote gekleurde vlakken waar hoekige personages zonder gezichtsuitdrukking houterig overheen lopen.

Runescape was overal

Toch was dat genoeg om mij jaren aan een monitor gekluisterd te houden. Het voordeel van deze ondermaatse graphics is dat je RuneScape op praktisch iedere computer kan spelen. Runescape draait volledig in je browser, zodat je ook op andere computers in een handomdraai verder kan spelen. Het spel was in tegenstelling tot veel andere mmo’s ook nog eens gratis, wat voor mij de perfecte combinatie van factoren bleek om deze objectief gezien heel matige game maandenlang boven alle andere spellen te verkiezen.

Begin vorige maand kwam ik voor het eerst in jaren weer in aanraking met RuneScape, door de komst van ‘Old School RuneScape’, een mobiele versie van de game voor iOS en Android. Het volledige spel maakt de overstap naar smartphones en tablets.

Op de nieuwe touchscreen-besturing na is er opvallend weinig veranderd. Hoog tijd voor een gezonde dosis nostalgie, dacht ik terwijl de muziek van het hoofdmenu me deed denken aan de oude ACER-boxjes waar ik het destijds uit hoorde kraken. Na een tevergeefse poging om mijn oude account terug te krijgen (dat krijg je ervan als je beveiligingsvragen niet naar waarheid invult) besloot ik weer bij nul te beginnen.

Grote botten, groot gedoe

Ik haalde wat herinneringen op in de grote stad Varrock en reeg een berg met Goblins aan mijn zwaard, waarna het tijd werd om geld te gaan verdienen. Over hoe ik dat ging doen hoefde ik niet lang na te denken: het verzamelen van Big Bones was jarenlang mijn virtuele bijbaantje, dus ik besloot dat maar weer op te pakken.

De botten zelf zijn niet eens zo bijzonder, maar ze individueel begraven is een goede manier om je Prayer-level omhoog te krijgen. Net zoals bij houthakken, vuur maken en koken in RuneScape, word je er beter in door het veel te doen. Verzamel een flinke hoeveelheid Big Bones, begraaf ze een voor een en je Prayer-level schiet omhoog. Je hoeft niet heel veel economisch inzicht te hebben om te beseffen dat je die botten ook aan andere spelers kunt verkopen. En zo vond ik mijn bijbaantje.

Na de nodige voorbereidingen liep ik vastberaden naar een huisje buiten Varrock, gewapend met een tas vol gekookt vlees om mijn levensbalk aan te vullen. In dit huisje zit een tunnel die naar de broedplaats van de reuzen leidt. Binnen die twintig virtuele vierkante kilometers bracht ik dagen door om de ene na de andere reus te verslaan, zijn botten te pakken en deze in mijn rugzak te stoppen.

Nu ben ik anno 2018 nog steeds niet vies van een beetje farmen in games, maar wat RuneScape van me verwachtte was me even ontschoten. Je rugzak heeft maar plaats voor een handjevol botten, die je daarna eerst handmatig bij de bank moet afgeven, een wandeling van een paar minuten, waarna je weer terug naar de grot moet. Daar staan ondertussen bij ieder reuzen-spawnpunt een speler of twee te wachten om de eerste klap te geven, zodat jij de reus niet meer kunt aanvallen en dus gedag kunt zeggen tegen het bijbehorende stapeltje botten.

Een farm te ver

Ik moest er niet aan denken om me te mengen in die uitputtingsslag, maar al mijn andere opties bestonden ook uit het eindeloos herhalen van dezelfde actie, of ik nu de mijnen inging om ijzer te zoeken, vissen aan mijn hengel wilde krijgen of bomen om wilde hakken. Vroeger moet ik mijn Big Bones-route honderden zo niet duizenden keren herhaald hebben, aangezien ik meerdere malen een flink smak goud heb verdiend door duizend Big Bones tegelijk te slijten.

De bijzondere economie van RuneScape besef ik nu pas. In plaats van voorwerpen aan een virtuele winkeleigenaar te verkopen of ze massaal op een veilinghuis te zetten, zat er destijds niet anders op dan in een bank te gaan staan en via chatberichten te roepen wat je te koop had. Als een marktverkoper zonder kraampje die met tientallen anderen in een kleine kamer iedere paar seconden dezelfde tekst spamt.

Zo moest je vaak een kwartier tot een half uur met dansende regenboogletters roepen dat je ‘1K Big Bones’ te koop had. De prijs was iedere keer weer anders, omdat je rekening moest houden met andere spelers die op dat moment hetzelfde aan het verkopen waren.

Kwam er na tientallen minuten roepen een koper langs, dan begon het handelen pas echt. Omdat er nog geen (goede) maatregelen waren ingebouwd om oneerlijke ruilhandel tegen te gaan, werd er van alles geprobeerd om elkaar voor de gek te houden.

Zeldzame harnassen werden op het laatste moment omgeruild voor een goedkopere variant die er veel op leek, en fabeltjes over krachtige zwaarden bleken vaak om een stuk roest te gaan. Ergens is het jammer dat dit soort praktijken nu niet meer mogelijk zijn door de updates die de game door de jaren heen gekregen heeft.

Het was een spel op zich om de betrouwbaarheid van een andere speler in te schatten op basis van zijn pixelige avatar, en voor een lage prijs een zeldzame helm binnenhalen voelde echt als een prestatie. Geld was bovendien veel meer dan een stapeltje gouden muntjes, omdat je er soms weken voor moest werken om genoeg bij elkaar te sprokkelen. Zelden heb ik waarde van geld zo gewaardeerd als in RuneScape.

Perfect voor mobiel

Ik was er tot op heden altijd van overtuigd dat ik de games die ik nu speel vroeger ook leuk zou hebben gevonden, en andersom. Na een paar uur terug te zijn geweest in RuneScape zet ik er mijn vraagtekens bij. Bij een repetitieve game als Destiny haak ik af zodra ik alles een keer gezien heb, maar vergeleken met dit is Destiny een onuitputtelijke bron aan creativiteit.

Terwijl ik na het spelen de balans opmaak, vraag ik me sowieso af hoe juist deze game me zo lang zo intensief bezig heeft kunnen houden. Dan herinner ik hoe mijn aandacht zelden volledig uitging naar RuneScape. Het was meer iets om te doen terwijl ik MSN-gesprekken voerde, muziek luisterde of met huiswerk bezig was. Wat dat betreft verschilt RuneScape qua functie niet eens zo gek veel met de meeste games die ik nu op mijn iPhone heb staan.

Lars Paymans

Redacteur bij iPhoned. Sterft iedere dag op spectaculaire wijze in de Spelunky Daily en bidt tot Kali voor Spelunky op de Switch. Mail me op [email protected] of volg me op Twitter.