Mijn week met Metal Gear Never be game over5 minuten leestijd

Met open mond staarde ik op mijn allereerste E3 naar de presentatie van Metal Gear Solid V: The Phantom Pain. Het kon niet anders: dit spel moest en zou het verlossende sluitstuk worden van een serie die mij al meer dan tien jaar in zijn greep hield.

Meer gesproken verhalen horen? Abonneer je op onze podcast Laadscherm Voorgelezen

Het liep allemaal anders. Hideo Kojima, de bedenker en drijvende kracht achter alles dat Metal Gear zo Metal Gear maakt, werd na een intern conflict binnen zijn uitgever buitenspel gezet. Zijn epiloog voor de meer dan twintig jaar durende saga bevond zich voor de buitenwereld ergens in limbo. Had Kojima de game nog wel volgens zijn oorspronkelijke visie af kunnen maken? Geruchten over de bizarre werkomstandigheden tijdens de ontwikkeling suggereerden ondertussen het slechtste.

In augustus van 2015 kreeg ik Metal Gear Solid V: The Phantom Pain in mijn handen gedrukt. Een paar dagen voordat het spel in de winkels zou verschijnen was het aan mij om het van een beoordeling te voorzien.

Een spel recenseren is in sommige opzichten niet bepaald de beste manier om een game te spelen. Je hebt niet altijd de tijd om overal bij stil te staan en ieder hoekje van de spelwereld te ontdekken. Kom je bovendien vast te zitten dan is er geen YouTube-video of walkthrough die je verder kan helpen. Je bent volledig op jezelf aangewezen.

Turn the game off

Optimaal was het niet, maar ik was bereid om The Phantom Pain op die manier te ondergaan. Ik had namelijk al wat ervaring met een Metal Gear onder extreme omstandigheden doorlopen. De reden dat ik de reeks zo’n warm hart toedraag, heeft alles te maken met de nacht dat ik Metal Gear Solid II: Sons of Liberty uitspeelde. Waar die game in het begin vooral veel op zijn voorganger lijkt, wordt dat rond het einde ineens op zijn kop gezet.

Raiden – in dit spel de vervanging van superspion Snake – wordt dan gevangengenomen door de vijand. Hij weet zonder zijn sluipoutfit en gadgets te ontsnappen waarna je hem als speler naakt door de gangen van een geheimzinnig complex stuurt. Om de zoveel stappen rinkelt de Codec waarmee je al het hele spel in contact staat met Kolonel Campbell, die je traditiegetrouw van wijze raad voorziet. Maar de belletjes nemen rond dit punt in het spel een vreemde wending.

Campbell is zichzelf niet of al die tijd niet geweest. Hij slaat wartaal uit. Niet te ontcijferen boodschappen over paarse wormen, stemvorken en zijn plotselinge behoefte aan scharen. Na een paar raadselachtige telefoontjes wordt de speler ineens direct aangesproken. Je moet de console uitzetten, de missie is een mislukking en zo dichtbij de tv zitten is slecht voor je ogen.

Het moet een uur of drie ’s nachts geweest zijn toen Campbell het hoofdpersonage Raiden negeerde en mij – de persoon die de hele tijd in controle was – aansprak. Ik schrok mij rot. De ietwat vervormde stem gecombineerd met de spookachtige muziek zorgde ervoor dat ik al half opgestaan was om de PlayStation 2 uit te zetten.

Het spel stapelt verdere wendingen in een hoog tempo op totdat je twee uur later volkomen uitgeput en verward achterblijft. Ik heb nog uren wakker gelegen om het allemaal een beetje te verwerken. Tot op de dag van vandaag is het een van de meest bizarre wendingen en mijn favoriete gameherinnering ooit. Geen wonder dat ik jaren later nog steeds op zoek ben naar diezelfde high.

Kojima-junkie

De vloer onder de voeten van de speler vandaan trekken is Hideo Kojima’s specialiteit. Met ieder nieuw deel wist hij op een andere manier de juiste toon te zetten. Metal Gear Solid V zag er daarom niet alleen uit als een fantastische sluipgame, ik was vooral benieuwd hoe Kojima nu weer mijn wereld op zijn kop zou zetten. Om dat te ervaren was ik meer dan bereid om mijn vrije week op te offeren.

Zeven dagen lang heb ik bijna niets anders gedaan dan eten, slapen en Metal Gear Solid V spelen. Ik heb de ene na de andere fantastische missie gespeeld. Ik heb mijn verdwenen kameraden teruggevonden, wandelende tanks opgeblazen en samen met mijn Diamond Dogs een hele legerbasis uitgemoord. Alles op zoek naar een moment dat mijn eerdere ervaringen kon evenaren. Dat moment bleef uit.

Halverwege mijn week begon het gevoel ineens te bezinken. Deze game – op zoveel gebieden een meesterwerk – is eigenlijk niet af. De gameplay is fenomenaal, heeft zoveel geweldige kleine details en is eindeloos herspeelbaar, maar een Metal Gear is het maar af en toe.

Rouwproces

Ik speelde steeds wanhopiger verder. Er moest toch nog wel meer zijn? De ene fantastische missie na de andere volgden elkaar op. Ik vond steeds meer creatieve en afwisselende manieren om sluipend mijn doel te halen, maar de verlossende Metal Gear-twist bleef uit.

The Phantom Pain probeert het wel, maar de cruciale verhaalscènes zijn zo ver verspreid door afleiding en opvullende missies dat het impact mist. Waar de rare wendingen in vorige delen insloegen als een bom, voelen de verrassingen hier geforceerd of onverdiend.

In de tweede helft van mijn week bereikte ik het einde van The Phantom Pain. Het verhaal over wraak, cultuur en taal dat in de trailers zo onheilspellend werd gebracht, was uiteindelijk niets meer dan wat losse ideeën. Scènes aan elkaar geplakt door een gebrek aan tijd of budget, en vanwege interne conflicten.

Rond drie uur ’s nachts, aan het einde van mijn week, speelde ik de zoveelste missie uit waarin ik een vijandelijke basis moest binnendringen. Na die laatste opdracht speelde een tussenfilmpje af waarin het echte einde te zien was. Ik schrok niet, kreeg geen kippenvel en bleef niet verward achter. De laatste Metal Gear eindigde met een sisser. Ik kon die nacht moeiteloos in slaap vallen.

Ik heb hele mooie herinneringen aan mijn dagen met de allerlaatste Metal Gear van Hideo Kojima. Dat is best raar voor een week die ik grotendeels alleen heb doorgebracht met een game die in veel opzichten te kort schiet. Ik heb er geen spijt van.

Mijn week met Metal Gear was het rouwproces dat vele anders fans later pas ervoeren, maar dan in het kort. The Phantom Pain doet zijn naam eer aan. Achter de ijzersterke gameplay zit een spel dat een deel van zichzelf is kwijtgeraakt en sindsdien doelloos ronddwaalt. Daarin zit een beter verhaal dan Kojima zelf had kunnen vertellen.

Thijs Barnhard

Eeuwig student en eeuwig gameredacteur. Schrijft op Laadscherm exclusief over games die hij zelf vooral leuk vindt. Mail me iets op [email protected] of volg mij op Twitter.