Vertellen zonder woorden VilDu?! helpt seksueel misbruikte kinderen te praten7 minuten leestijd

Seksueel misbruikte kinderen kunnen vaak niet vertellen wat hen precies is aangedaan. De Nederlandse game VilDu?! wil deze kinderen helpen, door ze zonder woorden te laten vertellen wat er is gebeurd.

Meer gesproken verhalen horen? Abonneer je op onze podcast Laadscherm Voorgelezen

Marcel was nog maar net elf jaar oud. Lentekriebels in zijn buik, op zoek naar spanning. Terwijl jongetjes en meisjes van zijn leeftijd in elkaars broekje keken, durfde hij niet te vragen of hij dat bij een jongetje mocht doen. In 1992 maakte een oudere man op de camping misbruik van die gezonde seksuele nieuwsgierigheid.

Jarenlang verzweeg Marcel dit. Hij wist dat hij niet mee mocht gaan met die man, en had toch gewoon ‘stop’ kunnen zeggen? Pas laat in zijn twintiger jaren kwam hij uit de kast als homoseksuele, misbruikte jongen. Nog steeds bang voor de reacties die hij zou krijgen.

Geen woorden voor

Eén van de eerste mensen die Marcel vertrouwde met zijn verhaal, is goede vriend en gameonderzoeker Menno Deen. Menno deed de afgelopen jaren onderzoek naar hoe games mensen in therapie kunnen helpen. Eén probleem: hij kon zich niet echt verplaatsen in de psychische problemen van veel patiënten. Maar zijn vriend, die begreep hij als geen ander. Marcel stelde voor om samen een game te maken, voor hem en voor alle andere seksueel misbruikte kinderen.

Menno en Frank (links en rechts in het midden) ontvangen in 2015 de Stimuleringsprijs van het K F Hein Fonds.

Met zijn tweeën gingen ze drie jaar geleden naar de Lyst Summit in Denemarken, een gamecongres over romantiek, liefde en sex in games. Ze nodigden Frank Lips uit, een vriend van Menno die als therapeut werkt met seksueel misbruikte kinderen, en nog twee ontwikkelaars. Na veel drank zei Marcel die avond van het congres dat hij alles maar gewoon ging vertellen. Twee uur lang vertelde hij, stap voor stap, wat er is gebeurd en wat voor invloed dat op zijn leven heeft gehad.

De casus voor VilDu?! (Deens voor ‘Wil je?!’) was duidelijk. Het zou een game worden die kinderen een veilig kader biedt waarin ze kunnen vertellen over hun seksueel misbruik, zonder daadwerkelijk woorden te hoeven gebruiken.

Een nieuwe taal

“Met VilDu?! hebben we twee digitale poppen gemaakt waarmee kinderen kunnen laten zien wat er met hen is gebeurd”, vertelt Frank, die de game inmiddels bij een aantal cliënten test. Op de therapiemethode met twee normale poppen is volgens Frank namelijk best wat kritiek, omdat voor kinderen het doel van de poppen niet altijd duidelijk is: “Moet je ze knuffelen? Moet je ze uit- en aankleden? De bedoeling ervan is voor kinderen heel troebel. Met deze game willen we een nieuwe taal creëren.”

Het spel werkt op een tablet en laat je aan het begin een personage kiezen: een jong kind, een volwassene of een oud iemand. Nadat zowel het kind als de therapeut een personage hebben gekozen, zie je beide poppen op het scherm, samen met een reeks icoontjes.

De keuze voor icoontjes is heel bewust geweest, vertelt Frank als hij mij de game laat zien. Je kunt het hand-icoontje bijvoorbeeld gebruiken om aan borsten of billen te voelen, maar ook om iemand te kietelen of aan de haren te trekken. De mond kan weer staan voor bijten, zoenen of likken. Het doel van de ogen ontgaat me op het eerste gezicht, maar dan laat Frank met het personage van de jongen zien dat hij een lange tijd kijkt naar de borsten van het meisje.

Twintig minuten gamen

Frank oefent het spel altijd eerst even met zijn cliënten. Vooral het aan- en uitkleden vinden ze leuk. Ook laat hij ze aan het begin zien dat ze het spel kunnen stoppen wanneer ze willen. Door op de grote rode knop te drukken is het spel direct afgelopen. Op die manier wil hij kinderen leren hun grenzen aan te geven, die door seksueel misbruik veelal zijn overschreden.

Door een game te spelen hoeft het kind de therapeut niet aan te kijken om iets te vertellen. Dat is een voordeel, zag Frank tijdens de therapie van een zevenjarig meisje dat was misbruikt door haar buurman. Het meisje had nauwelijks woorden voor de handelingen die de buurman uitvoerde, maar vertelde door het mondje naar haar vagina te slepen wel wat er was gebeurd.

Normaal gesproken heeft Frank drie of vier sessies nodig om achter dit soort gedetailleerde informatie te komen. Deze keer kostte het maar twintig minuten gamen.

Met het zevenjarige meisje was verder eigenlijk weinig aan de hand. “De buurman had haar gelikt. Dat kietelde en voelde een beetje gek, maar verder ging het heel goed met haar”, vertelt Frank. “De ouders hadden het een stuk lastiger: die waren helemaal stuk. Hun kleine meisje was misbruikt en volgens hen geschaad voor het leven. Zodra het over de buurman ging liep moeder huilend de kamer uit en kookte vader van woede, en daardoor was het voor hun dochter lastig om erover te praten.”

Geen schaamte meer

De meeste winst die Frank tijdens zijn sessies boekt, is dat een kind zich niet meer schaamt voor zijn of haar misbruik: “Er heerst een enorm taboe op pedofilie. In de media lees je vaak alleen over psychopaten die tientallen baby’s misbruiken, maar er komen veel vaker situaties voor zoals Marcel ze heeft meegemaakt. Daar lees je alleen nauwelijks over.”

Marcel had als elfjarige seksuele gevoelens, en daar is helemaal niets mis mee, zegt Frank: “Een homoseksuele jongen wil rond die tijd gewoon aan een piemel zitten, maar kan op die leeftijd nog niet goed zijn grenzen aangeven. Daar is bij Marcel enorm misbruik van gemaakt, en daar schaamde hij zich heel lang voor.”

De basis van de game werd met ijsstokjes en kaartjes gemaakt.

VilDu?! heeft daarom als uitgangspunt: niets wordt bestempeld als goed of fout, het kind laat zien wat de grenzen zijn. “Dat klinkt misschien een beetje simpel, maar het kostte veel tijd om daarachter te komen”, vertelt Menno, die voor zijn game heeft gekeken naar spellen als Second Life en Habbo Hotel. “In die games wordt ook veel digitaal geflirt en gesekst, maar staat nergens dat je altijd de keuze hebt om te stoppen. In VilDu?! willen we juist een duidelijke knop hebben waarmee je bepaalt of je doorgaat of niet.”

Te belangrijk voor een hobby

VilDu?! is nu zo goed als af en daarmee ook klaar om breder ingezet te worden. Op dit moment wordt de game door zo’n tien therapeuten gebruikt, die allen bij Frank in de organisatie werken. Door conferenties af te gaan en samenwerkingen met partijen als het Universitair Medisch Centrum Utrecht op te zoeken, hopen Menno en Frank dat de game meer kinderen kan helpen om over hun misbruik te praten.

“Mijn doel is dat deze game over een aantal jaar een basisinstrument is bij alle Nederlandse centra voor seksueel geweld”, vertelt Frank. Er is belangstelling, maar het kan nog een tijd duren voordat de game daadwerkelijk bij instellingen wordt ingevoerd: er wordt bijvoorbeeld nog onderzoek gedaan naar de effectiviteit van VilDu?!.

Frank wil de game gratis weggeven, maar Menno hoopt er uiteindelijk toch wel wat aan te verdienen: “We hebben er drie jaar hard aan gewerkt, en het zou zonde zijn als we daar nooit wat voor terugzien.” Ze kunnen bijvoorbeeld trainingen geven of licentiekosten vragen, want ook Frank weet dat er geld moet worden verdiend als ze de game willen blijven doorontwikkelen.

Maar het belangrijkste is dat VilDu?! de komende jaren door meer therapeuten wordt gebruikt, zeggen beide heren. Anders blijft het ‘een hobbyproject’. En de game is veel te belangrijk om dat te blijven.

Daniël Verlaan

Techjournalist bij RTL & in de avond kloot ik graag met crypto, vpn's en games. Speel eigenlijk alleen rpg's, maar ook elke week FIFA. Daar zuig ik nog steeds in. daniel[at]laadscherm.nl & @danielverlaan.