Voor veel mensen zijn games escapisme. Als volwassenen zoeken we regelmatig een plek op waar we even kunnen ontsnappen aan de dagelijkse stress. Games voorzien in die behoefte door je even de held te laten spelen en al het andere te vergeten. Niet zelden verlangen we ernaar om weer even kind te zijn. Maar wanneer voelen we dat nu echt in games?
Meer gesproken verhalen horen? Abonneer je op onze podcast Laadscherm Voorgelezen
Hoewel ik van jongs af aan al gefascineerd was door alles met knopjes, was ik ook veel buiten. Ik woonde gelukkig in een rustige buurt waar je urenlang op straat kon spelen of een stukje bos kon opzoeken om in de bomen te klimmen. Ik kreeg regelmatig van mijn moeder op mijn kop omdat ik grasvlekken op mijn broek had, of mijn knieën had opengehaald tijdens het buitenspelen. Dat kon mij niet zoveel schelen, want ik beleefde de beste avonturen.
Samen met buurtkinderen speelde ik spelletjes als tikkertje, verstoppertje, voetbal, lummelen, buskruit, overlopertje, Marco Polo, Annemaria Koekoek of iets wat wij ‘het fruitspel’ noemden, maar daar niets mee te maken had. Het is zo lang geleden dat ik me soms niet meer kan herinneren hoe deze spellen precies verliepen. Ik heb namelijk niet langer meer een gelegenheid om deze spellen te spelen als volwassene.
Toen ik me meer ging bezighouden met gameontwikkeling en de bijbehorende internationale indiegemeenschap, kwam ik in aanraking met gamedesigners die vrij experimenteren met video games en fysieke spellen.
Dat resulteert bijvoorbeeld in indrukwekkende speelse installaties met digitale elementen. Wat mij opviel was dat er nog steeds mensen zijn die ouderwetse buitenspeelspelletjes, ofwel volksspelen, ontwerpen. Leuke en spannende spellen voor volwassenen, die op evenementen of meetups worden gespeeld.
Weeping Angels
Zo speelde ik tijdens het Playful Arts Festival in Den Bosch het spel Weeping Angels van Philipp Ehmann van Play:Vienna. Dit spel wordt in het donker gespeeld met twee groepen en is een mix tussen verstoppertje, tikkertje en schatzoeken.
De ene groep mensen zoekt in het donker naar een beeldje van een ‘Weeping Angel’, gewapend met zaklampen. Maar zij moeten uitkijken dat ze niet worden getikt door de andere groep, die de Weeping Angel heeft verstopt en probeert te voorkomen dat het beeldje wordt gevonden. Als iemand een zaklamp op hen schijnt, moeten ze echter bevriezen en mogen ze niets doen.
Weeping Angels zorgde voor een ervaring die ik bijna was vergeten. Het jagen en sluipen, het vluchten en achtervolgd worden gecombineerd met teamwork en samen een strategie bepalen. Ik bewoog me vrij rond en moest me heel bewust zijn van alles wat er rondom mij gebeurde. Ik was een pion in het spel en was afwisselend aan het fluisteren en roepen naar andere spelers. Het was een mindset die ik niet meer had gehad sinds ik als kind buitenspeelde.
De spelende mens
Die mindset is binnen gamewetenschappen veelbesproken. De Nederlandse antropoloog Johan Huizinga sprak in 1938 al over ‘den tooverkring van het spel’, oftewel de magische cirkel: binnen de cirkel van het spel gelden andere regels dan daarbuiten. Huizinga zag de mens als een spelend wezen, en het spel heeft een belangrijke invloed op het voortbrengen van cultuur.
Voor mijn gevoel zijn we op een of andere manier als maatschappij de waarde van het spel vergeten. Volwassenen spelen niet buiten met elkaar zoals kinderen dat doen. We nemen af en toe deel aan een potje paintball of lasertag, en we spelen video games.
Dat is natuurlijk fantastisch, maar ik ervaar daarbij niet het vrije gevoel dat een ouderwets potje buskruit heeft. Games zijn van tevoren gedefinieerd en uitgedacht. waardoor je als speler niet zelf de autoriteit hebt om dingen te wijzigen – je kan alleen de dingen veranderen die de ontwikkelaar je toestaat. Daardoor hou je als speler toch een bepaalde afstand tot het spel.
De herontdekking van het spelen
De Amerikaanse gameontwerper en ‘fun’-expert Bernie DeKoven probeert de maatschappij wat speelser te maken. Bernie focust zich daarbij – in tegenstelling tot serious games – alleen op plezier. Hij inspireert gameontwikkelaars om afstand te nemen van wat spelers leuk vinden, of wat andere ontwerpers maken.
In plaats daarvan moedigt hij ontwikkelaars aan om games te maken die ze zelf echt leuk vinden, om datgene te onderzoeken dat hen plezier oplevert: niet alleen games, maar ook speelgoed en speeltuinen, de natuur of sport. Een game moet vervolgens ook gespeeld worden, want technologie maakt een game niet tot een game: alleen door te spelen komt het tot zijn ware vorm.
Zo maak je met je handen een kikker
Bernie speelt regelmatig spellen met volwassenen: theaterspellen, bordspellen, spellen met pen en papier, partygames en spellen waar geen winnaar of verliezer is. Alles draait om plezier en de herontdekking van het spelen. Dit zijn ware sociale spellen, waar je speelt en praat, vriendschappelijk, speels en open, waar je een ervaring deelt met anderen.
Zo’n ervaring, hoe klein ook, blijft je bij. Zelfs in mijn eentje kan ik speels zijn: Bernie leerde mij hoe ik met twee handen ineengevouwen een kikker kan maken. “Vanaf nu ben je nooit meer alleen,” voegde hij daaraan toe. Toch hoop ik dat ik niet de enige ben die het spelen herontdekt.
De bovenste foto van Weeping Angels is gemaakt door het Playful Arts Festival