Delen is spelen Waarom Share Play de beste functie is van de PlayStation 44 minuten leestijd

Ik tik dit stuk omdat het internet in mijn appartement momenteel niet werkt. En als ik niet kan gamen, dan schrijf ik er maar over. Voor iemand die vrijwel uitsluitend singleplayergames in de kast heeft staan, zou het gebrek aan een continue internetverbinding geen belemmering moeten zijn. Alleen speel ik games eigenlijk nooit meer alleen. Sinds Sony eind 2014 Share Play aan de PlayStation 4 heeft toegevoegd, speel ik alles in coöp.

Meer gesproken verhalen horen? Abonneer je op onze podcast Laadscherm Voorgelezen

Voor wie Share Play alweer vergeten is, of nooit heeft geweten dat de functie bestaat: zie het als een privélivestream voor een vriend of vriendin waarmee je in een PS4-party zit. Je deelt jouw gameplay direct met deze persoon of kijkt mee naar hoe hij of zij een game speelt.

De magie – want dat is het, pure magie – zit ‘m in de optie om je controller virtueel aan de ander te geven. Zo is het net alsof je met elkaar op de bank aan het gamen bent en de controller even doorgeeft. Je kunt in principe iedere game helemaal samen doorlopen en afwisselend achter de knoppen zitten. Zolang je maar ieder uur opnieuw Share Play aanzet, want er zit een tijdslimiet op van zestig minuten.

De lijst van games die ik via Share Play heb uitgespeeld, groeit met de maand. En dat is best bijzonder, want zoveel spellen speel ik doorgaans niet uit. Sowieso game ik bijzonder weinig meer uit mezelf. Ik ben het een te eenzame tijdsbesteding gaan vinden. Een spelwereld kan nog zo levendig zijn, vol met kleurrijke personages en zinvol dan wel zinloos tijdverdrijf, uiteindelijk draait alles om de speler.

Zodra jij stilstaat, doet de wereld dat ook. En dat gaat bij mij vroeg of laat wringen, want hoewel ik met liefde uren per dag achter mijn PlayStation 4 kruip, praat ik nog veel liever met mensen. Vaak doe ik dat over de games die we hebben gekocht, die ik dan nauwelijks speel. Daar gaat ergens iets mis, dat zie ik ook wel. Maar ik verlang nu eenmaal te veel naar menselijk contact.

Verhalen doen

Terugblikkend op mijn gamegeschiedenis is het daarom geen verrassing dat ik mezelf heb verloren in spellen als Ultima Online, World of Warcraft en Diablo. Zelfs Dark Souls, dat nog wel eens wordt omschreven als een spel waarin je er alleen voorstaat, trok me aan vanwege het multiplayercomponent.

De schimmen van andere spelers die je ziet tijdens het spelen, maakten dat ik me nooit alleen voelde. Toch moet ik ergens helemaal niets hebben van games die zich volledig toeleggen op multiplayer. Ik zoek mooie verhalen en die vind je vooral in singleplayergames.

De oplossing bleek simpeler van verwacht. Als tiener keek ik al uren toe hoe mijn broer in Final Fantasy IX na honderden random encounters ook gevecht 101 nog net zo minutieus aanpakte. En toen ik nog in een studentenhuis woonde, zat ik altijd bij mijn huisgenote mee te kijken, of andersom. Als alleenstaande volwassene zijn die momenten helaas een stuk schaarser geworden. Maar toen kwam Share Play.

De ernstig ondergewaardeerde functie overbrugt fysieke afstanden en verlaagt voor mij ook de drempel om het gewoon eens over het leven te hebben, en hoe dat gaat. Met een vriend die in Duitsland woont heb ik op die manier al Fez, The Witness en Uncharted 4 uitgespeeld.

Omstebeurt namen we de controller ter hand, wat de ander de ruimte gaf om uitgebreid te vertellen. Want geconcentreerd praten en gamen, dat gaat nog steeds maar moeilijk samen. Zo praten we elkaar bij over wat er in onze levens gebeurt en spelen we zijdelings ook nog games uit die we – ik sowieso – misschien anders nooit tot het einde zouden uitzitten.

Spelen is delen

De games zijn daarbij zowel hoofdzaak als bijzaak. Het is een onschuldige aanleiding om samen iets te doen als je beide thuis zit, omdat je anders die middag of avond toch niets nuttigs had gedaan. En het vormt de perfecte manier om meer games te ervaren, met name van genres waarin je zelf niet zo thuis bent. Bovendien hoeft maar één van de twee personen een spel te kopen, de ander kan (mits je beide een PlayStation Plus-abonnement hebt) ‘gratis’ meekijken en -spelen.

Dankzij Share Play game ik weer meer dan ooit. Althans, sinds de vervlogen hoogtijdagen van games met zogeheten couch coöp. Een spel als The Witness had ik zelf nooit uitgespeeld, maar het samen oplossen van alle puzzels behoort tot mijn beste herinneringen aan vorig jaar.

Na een dag werken gaat tegenwoordig vrijwel altijd Share Play aan. Wie vanuit buiten door mijn raam kijkt, ziet me dan staan koken, met de PS4-controller onhandig in mijn broekzak gepropt, luisterend naar het (stem)geluid van een vriendin die al dagen bezig is om Final Fantasy X-2 op 100% te krijgen. Of ik speel Resident Evil 7 via PlayStation VR en denk: godzijdank hoef ik games nooit meer alleen te spelen.

Dit artikel is begin dit jaar geschreven. Inmiddels speel ik vrijwel iedere avond Overwatch ¯\_(ツ)_/¯.

Marcel Vroegrijk

Eindredacteur bij Laadscherm en co-host van Praatscherm. Ook freelance journalist. Ik schrijf over waarom mensen gamen en zoek uit waarom ik dat zelf niet zo vaak meer doe. Mail me of stuur een berichtje via Twitter.