“Deze heel stoute meneer wil Lara pijn doen. Maar je mag anderen geen pijn doen. Daarom zorgt het meisje ervoor dat hij gaat slapen.” Mijn dochter van 2,5 knikt ernstig. “Ik ook meisje in de sneeuw doen, mama.” Ze krijgt een controller die niet is aangesloten en begint enthousiast op de knopjes te drukken. “Beer moet ook lief slapen.”
Meer gesproken verhalen horen? Abonneer je op onze podcast Laadscherm Voorgelezen
’s Avonds doet ze met haar armen alsof ze gaat boogschieten. “Kijk mama!”, zegt ze trots. Ik vraag me af of ik me bezwaard moet voelen en bedenk dat boogschieten een Olympische sport is. “Je moet deze arm recht houden”, geef ik nog instructies. “Goed zo, meisje.”
Het is de oplossing voor een chronisch vrijetijdsgebrek: mijn dochter laten ‘meegamen’. We doen iets samen, en ik ben bezig met mijn hobby. Alleen zijn de games die we spelen niet bepaald geweldloos. Maar haar tere kinderzieltje dan?
Beer knuffelen of villen
Ik bedenk bij voorbaat excuses als ik Peter Nikken benader over het onderwerp. De hoogleraar mediaopvoeding bij de Erasmus Universiteit en lector Jeugd en media bij hogeschool Windesheim laat weten dat er heel weinig onderzoek is naar het effect van gewelddadige games op peuterleeftijd. “De meeste onderzoekers zullen zich ethisch bezwaard voelen”, zegt hij. Ai.
Nou is het de vraag of kinderen op zo’n jonge leeftijd games inhoudelijk al begrijpen, stelt Nikken me enigszins gerust. “Ze kunnen zich nog geen voorstelling maken van dat mensen worden vermoord of dat dieren kapotgeschoten worden. Zo weten we dat nieuwsbeelden over oorlog aan heel jonge kinderen voorbijgaan.”
En wat zien ze in games nou eigenlijk echt, zegt hij. “Het meisje gaat de beer knuffelen”, vertel ik aan mijn dochter. Ik denk dan: “Het meisje pakt haar mes om de beer te villen. Maar dat voelt hij toch niet, want ik heb een dozijn kogels door z’n berenlijf gejaagd.” Wat we daadwerkelijk op het scherm zien: Lara die staat bij een liggende beer. Dat er onfrisse dingen met die beer gebeuren, vul ik zelf in.
De beer respawned na een tijdje. “Mama kijk, de beer is wakker.” Oke, tot dusver was ik mijn handen in onschuld. Dat ik ‘leugentjes om bestwil’ vertel over wat er met de mensen en dieren op het scherm gebeurt, kan niet echt kwaad, denkt Nikken. Hij vindt het bovendien goed als kinderen ‘samen met hun ouders leren dat je plezier kunt beleven aan media’.
Lamzakken van Prodromos
Dochterlief is inmiddels bijna 3. Lara heeft half Syberië in de as gelegd, 1000+ mensen en dieren in slaap gepiefpafpoeft en ligt lekker op de loveseat in Croft Manor boven het graf van haar moeder. Maar dochterlief wil ‘meisje kijken’. Papa gaat eens goed zitten voor Breath of the Wild. ‘Neehee, niet meisje met paardje’ (sorry Link). ‘Ander meisje.’ Ha, dat betekent dat ik mag.
Even later rijdt Sarah Ryder met haar brakke buggy over Eos op zoek naar de brakke droid. Een topprioriteit waarvoor de overleving van meerdere galactische volkeren wel even kan wachten. “We zoeken een grijze vlek”, zeg ik terwijl Ryder rondspringt in het zand. “Daar is ’ie mama! Daar is ‘ie!” Inderdaad. Missie volbracht beste lamzakken van Prodromos. Door een peuter. Just saying.
Als ik de game pauzeer om wat anders te doen, horen we ineens gegrom uit de huiskamer. Dochter staat lachend met de controller in haar handen. Ryder loopt kalm, onder hevig vuur van meerdere Kett, rechtstreeks een klif af. ‘Oh, meisje vallen…’, zegt dochter met een pruillip. ‘Meisje pijn.’
Hoewel ik onder de indruk ben dat ze Ryder bestuurt, voel ik me licht bezwaard over de confrontatie van de pathfinder met de bodem van een ravijn. Ook dit is niet gevisualiseerd, maar vallen is een handeling waar een peuter zich wel een voorstelling bij kan maken. “Kijk, we mogen het gewoon nog een keer proberen”, probeer ik. “In het spel dan. In het echt kan dat niet als je van zo hoog valt.”
Ik hoef niet bang te zijn dat mijn dochter nu denkt dat ze onsterfelijk is en van de trap springt, denkt Nikken. “Haar knuffel kan ook vallen. Dan zegt ze misschien dat die pijn heeft, maar daarna speelt ze door.” Overigens hoef ik ook niet trots te zijn dat ze succesvol een knop heeft ingedrukt . “Het is bekend dat kinderen vanaf 1 jaar al apps of spelletjes op tablets kunnen bedienen.”
Kinderen doen ouders na
Nikken plaatst wel een belangrijke kanttekening bij mijn hobby. “Kinderen kijken goed naar rolmodellen en zodra ze wat ouder zijn, bootsen ze bepaald gedrag wel degelijk na. Vooral als dat gedrag loont”, zegt hij. En geweld in games loont vrijwel altijd. Nog belangrijker dan het gedrag van moorddadige avatars, is het gedrag van de ouders zelf tijdens het gamen.
“Als ouders rustig of blij reageren als ze een nieuw level halen, al is dat met veel schieten, nemen kinderen die emotie over. Dan kunnen ze het gevoel krijgen dat ze samen iets hebben gepresteerd en dat is positief. Maar als ouders heel opgewonden raken of het hebben over ‘kapotknallen’, kun je jonge kinderen onbedoeld meegeven dat je problemen kunt oplossen met geweld.”
Nu heeft dochterlief haar babybroertje nog niet bedachtzaam gevild om een warme jas van zijn huid te maken. Nikken lacht: “De kans dat kinderen een bank gaan beroven omdat ze dat in GTA zien, is echt heel klein. Ze kunnen wel vervelend gedrag gaan vertonen. Sneller schelden, sarren, andere kinderen slaan.”
Ook kunnen kinderen angstig worden. Dan moet je meteen stoppen met de game, zegt Nikken. “Het heeft echt geen zin om dan tegen een peuter te zeggen: ‘Maar het is toch niet echt’. Op die leeftijd loopt wat echt en onecht is nog door elkaar. Je hoort vaders ook wel eens zeggen: ‘Daar worden ze hard van.’ Dat is niet de goede manier om je kind met media om te leren gaan.”
Meneer in z’n blootje
Zo slecht doen wij het als gamende ouders eigenlijk niet. Zodra onze dochter aangeeft dat ze het onweer in Breath of the Wild spannend vindt, gaat de tv uit. Al te bloederige killing sprees in Tomb Raider of Mass Effect bewaren we voor als de kinderen in bed liggen. En “Hoera! Meisje puzzel oplost!”, is ook gewoon iets om samen te vieren. “High five, dikke druif.”
Of Lara, Ryder en Link mijn peuter dan ook nog wat kunnen leren? “Je kunt best benoemen wat je in een game ziet: dit is een beer, dit is een plant, dit is sneeuw en dit zand. Dat kunnen ze leren. Heel simpele verhaalstructuurtjes snappen ze ook”, zegt Nikken. Zo heeft ze geleerd dat je je kunt verstoppen in de bosjes, dat paardjes nat worden in de regen en dat sommige mannen nu eenmaal graag zonder shirt rondlopen. “Hee, meneer in z’n blootje! Dat is best fris. Die moet jas aandoen.”
En heel soms kan ik zelf ook nog wat leren. Over je fantasie gebruiken bijvoorbeeld. Een half uur tergend saai planeten scannen op mineralen in Mass Effect: Andromeda houdt zowel dochter als zoon met open mond aan de buis gekluisterd. ’s Avonds voor het slapen, lees ik de oudste een prentenboek voor over de sterren. Ze wijst elke glinsterende stip aan. “Daar zijn we geweest mama! En daar. En daar. We zijn hier al-le-maal geweest.”