Ik herleefde het masochisme van de Dakar-rally via de officiële game Door Dakar 18 verlang ik weer naar de ‘ultieme woestijnrace’7 minuten leestijd

Ondanks mijn autosportliefde had ik helemaal niets met de Dakar-rally. Tot ik twee keer meereisde in de karavaan, door een hel ging, nooit meer zoiets wilde meemaken en er toch verliefd op werd. De officiële Dakar 18-videogame helpt me om die gevoelens tot uiting te brengen.

Meer gesproken verhalen horen? Abonneer je op onze podcast Laadscherm Voorgelezen


Le Dakar is in Nederland een begrip. In navolging van Jan de Rooy, die in 1987 als eerste Nederlander de rally won met zijn machtige DAF-racetruck, verschijnen elk jaar vele tientallen Nederlandse equipes aan de start. De duizenden kilometers lange wedstrijd voert ze vooral door onherbergzame woestijngebieden in Zuid-Amerika – hoewel Dakar in naam ook de hoofdstad van Senegal is, vindt de rally al sinds 2008 niet meer plaats in Afrika.

Ik was nooit erg geboeid door dit fenomeen, maar toen de racende Coronel-tweeling wel heel erg aandrong om mij mee te laten gaan in hun (niet al te betrouwbare) volgauto tijdens de editie van 2016, moest ik wel toegeven. Achteraf vergelijk ik dat avontuur met een soort militaire dienst: de onvoorspelbaarheid, erbarmelijke omstandigheden, uitputting en vereiste volharding die bij de Dakar-rally komen kijken, zijn verder met bijna niets te vergelijken. Het gros van de drie weken durende reis wilde ik niets liever dan op de eerstvolgende vlucht naar huis stappen. Dat ik het doldwaze circus toch wist vol te houden tot de finish zie ik als één van m’n grootste persoonlijke overwinningen.

Een jaar later ging ik weer mee. Ditmaal echter met de (marginaal beter georganiseerde) journalistenkaravaan, zodat ik aanzienlijk minder vaak strandde in de woestijn en des te meer gelegenheid had om met coureurs, organisatoren en andere Dakar-diehards te spreken over alle belevenissen. Langzaam maar zeker wist de charme van ‘Le Dakar’ mij ook te raken. Ik ben me zelfs gaan afvragen hoe het nou zou zijn om een keer zelf mee te racen…

Dakar 101

Aangezien het me ontbreekt aan de financiën noch de connecties om dat zomaar te realiseren, is de officiële game, Dakar 18, mijn beste kans om wedstrijddeelname te simuleren. Achter het stuur van een auto, buggy, truck, motor of quad leg je per etappe vaak honderden kilometers op tempo af. Aan de hand van een door de organisatie samengesteld routeboek vol aanwijzingen en een kompas spoed je van het ene naar het andere GPS-checkpoint. Mits je per auto, buggy of truck deelneemt, leest een navigator de koers in booggraden, afstanden en situatiebeschrijvingen uit het routeboek op. Desondanks komt het geregeld voor dat je verdwaalt – op zo’n moment zit er weinig anders op dan uitstappen en kijken naar de routes van je tegenstanders, of in elk geval de sporen die ze hebben achtergelaten. Om het leven van gamers iets gemakkelijker te maken, is er overigens ook een soort basale GPS-navigatie beschikbaar. Zo kun je je volledig richten op het racen door de woestenij.

En dat is bepaald geen overbodige luxe als je beseft dat ontwikkelaar Big Moon Entertainment de volledige omgevingen heeft nagebouwd die de karavaan afgelopen januari doorkruiste. Dus: de gigantische duinen voor de kust van Peru, de modderige paden van Bolivia tijdens het regenseizoen en de door allesverzengende hitte geteisterde woestijn van West-Argentinië. Naar gamemaatstaven maak je hier best wel serieuze ritten: een beetje klassementsproef duurt maar liefst een uur! Ter vergelijking: in de échte Dakar-rally zitten deelnemers soms wel vijf keer zo lang achter het stuur – en dan hebben we het alleen nog maar over de kilometers op snelheid, niet de verbindingsroutes.

Zo laat de game je dus (in een schaal van één op vijf, zeg maar) ervaren wat de coureurs beleven tijdens de ‘zwaarste motorische wedstrijd ter wereld’, zoals organisator ASO de Dakar-rally graag bestempelt. Dat betekent niet alleen de juiste weg vinden door gigantisch uitgestrekte gebieden, maar ook het tactisch balanceren tussen extra tempo meenemen of juist afremmen voor opdoemende gevaren. Je wilt immers zo min mogelijk tijd verliezen, maar ook geen schade oplopen tijdens de schier eindeloos lange proeven. Af en toe betrap ik mezelf er zowaar op heel eventjes m’n ogen dicht te knijpen bij een harde landing, net nadat ik met een tempo van honderdvijftig kilometer per uur en een wild trillend racestuurtje van een torenhoge duin af ben gedenderd. Leven we nog? Zo ja, dan vol gas weer op weg naar het volgende checkpoint.

This is Dakar, baby!

Tijdens het spelen kom je af en toe een tegenstander of een plukje publiek tegen, maar verreweg het grootste deel van de tijd ben je helemaal op jezelf aangewezen. Zo bekruipt me af en toe hetzelfde gevoel van eenzaamheid dat ik ervoer tijdens m’n eerste Dakar-ervaring: ondanks het gezelschap van Coronel-teamgenoten in de volgauto voelde het geregeld alsof ik helemaal op mezelf was aangewezen. In de middle of nowhere in een vreemd land aan de andere kant van de wereld, waar ik ook nog eens de taal niet sprak. Terwijl nagenoeg elk plan om op een bepaald punt in ‘nowhere’ te komen om één van de deelnemers op te vangen mislukte – vaak door het zoveelste kapotte onderdeel – troostte ik mezelf maar met elk vleugje telefonisch bereik om weer een berichtje van m’n vriendin te kunnen ontvangen. Al snel leerde ik van een ervaren reisgenoot dat er een gezegde is voor dit soort omstandigheden: ‘This is Dakar, baby!

Ook in dit opzicht stelt de game niet teleur – al is materiaalpech onderweg in Dakar 18 dikwijls het gevolg van een net te lomp genomen hindernis. Met een druk op de knop kun je stoppen om onderdelen te repareren, al kost dat je extra tijd en zogeheten ‘Dakar-punten’ die je hebt verzameld door checkpoints succesvol te passeren. Ging dat in de echte Dakar maar zo makkelijk! Want wanneer het dan een deelnemer zelf niet lukt om zijn voertuig te herstellen, kan hij slechts hopen op de assistentie van of zelfs een sleeptouw achter een andere equipe. Met natuurlijk het risico op tijdverlies voor de barmhartige. De enige uitzondering daarop is Team Boucou: een Frans collectief dat met trucks vol gereedschap en onderdelen meedoet om tegen betaling anderen te helpen – een soort ‘verzekering’ om te zorgen dat je voor de start van de volgende etappe nog aan de finish van de vorige komt, anders volgt namelijk diskwalificatie.

In de game zijn er genoeg zaken om je over te verwonderen. Zoals enkele prachtige uitzichten vanaf torenhoge duinen, van waar je rechtstreeks in een kilometers diepe vallei kijkt. Zelfs de moerassige lange paden door Bolivia, waar het regenseizoen in de echte Dakar telkens voor ellendige situaties en dus afgelaste kilometers zorgde, hebben hun charme. Al kom ik virtueel juist hier voor het eerst dusdanig vast te staan in de modder dat ik moet uitstappen, graven en speciale gripplanken moet neerleggen om mijn Toyota-pickup uit de drek te krijgen. Dat blijkt gelukkig wel in een paar minuten gepiept. In de echte Dakar verlies je hier zomaar enkele tot vele uren, kom je met een beetje mazzel nog rond middernacht aan in het bivak waar de karavaan elke nacht even rusthoudt en word je al om half vier wakkergejengeld door proefdraaiende crossmotoren.

Miserabel doch heerlijk

Ik moet wel toegeven dat ik Dakar 18 enigszins door een roze stofbril bekijk. Op technisch vlak is het best wel een matig product: zowel de graphics als het rijgedrag van de voertuigen zouden zelfs ruim tien jaar geleden achterhaald aanvoelen. Kampjes bij checkpoints zien eruit alsof ze uit het PlayStation 1-tijdperk komen en de game heeft mazzel dat het gros van de gebouwen in de omgevingen waar de rally doorheen trekt ook daadwerkelijk ruïnes zijn, want daardoor steken de matige kamelengras- en rotscombinatietexturen minder af.

Persoonlijk maakt me dat allemaal geen donder uit. Sterker nog: misschien zijn het wel die ruwe onvolkomenheden die de Dakar-ervaring in dit spel net zo miserabel doch heerlijk doen overkomen als het echte werk. Terwijl je er middenin zit ben je jezelf het grootste deel van de tijd vooral aan het pijnigen en zijn er slechts korte, maar intense momenten van genot. Achteraf waardeer je het des te meer en verlang je na verloop van tijd alweer naar de volgende keer. Het is puur masochisme.

Je moet ook wel een masochist zijn om Dakar 18 te kunnen waarderen – net als bij de échte Dakar-rally. En hoewel ik na de editie van 2017 tegen iedereen zei dat ik m’n buik vol had van ‘Le Dakar’, heb ik door het spelen van de officiële game verdomd veel zin gekregen om tóch weer mee te gaan met deze stompzinnige, doldwaze karavaan. Is er nog een plek vrij in de volgauto?

Joe van Burik

Leeft voor auto's, autosport en videogames. Racegames zijn daarom de ideale middenweg. Werkt als freelance journalist en multimedia producer. Mail me op [email protected] of stuur me een berichtje via Twitter.