‘De bedoeling van dit programma is dat je leert hoe je thuis elke dag met het milieu te maken hebt. Daarom doe je 6 dagen lang het huishouden. Daarbij doe je dingen als: wassen, strijken en stofzuigen, maar natuurlijk ook: eten, slapen en douchen. Hiernaast zie je 4 meters waarin je kunt zien hoeveel gas, water en elektriciteit je verbruikt en hoeveel afval je produceert.’ De educatieve game Thuis in het Milieu uit 1990 windt er geen doekjes om.
Meer gesproken verhalen horen? Abonneer je op onze podcast Laadscherm Voorgelezen
Ik kan niet meer precies plaatsen wanneer ik Thuis in het Milieu voor het eerst heb gespeeld, maar het zal waarschijnlijk op de basisschool zijn geweest. Door een Twitter-berichtje van een oud-collega dacht ik er onlangs voor het eerst in zo’n twintig jaar weer aan. Het enige dat me nog enigszins bijstond van Thuis in het Milieu, was dat je vrij makkelijk game over kon gaan. Iets dat, nu ik daaraan terugdenk, best vreemd is voor een educatieve game. Ik downloadde de game van een abandonware-site en met een DOS-emulator werd ik terug de tijd in geslingerd. Benieuwd hoe we in 27 jaar vooruit zijn gegaan met ons milieu.
Een bloemkool in bed
Thuis in het Milieu is wennen. Ik krijg mijn roodharige mannetje (laten we hem Hans noemen) maar niet onder controle. Door met de rechtermuisknop op deuren te klikken, verplaats je jezelf van de ene naar de andere kamer. Met de linkermuisknop pak je voorwerpen op uit de kamer waarin je staat en laat je Hans ook strijken, stofzuigen of douchen. Én je doet er de deur mee dicht nadat je er met een rechterklik doorheen bent gelopen. Maar ik merk al snel dat ik te veel bezig ben met andere dingen en Hans laat elke deur in het huis geopend achter. Hans houdt van tocht, zeg ik maar tegen mezelf.
Hans doet wel meer dingen anders. Hij pleurt de batterijen in de vuilnisbak omdat ik niet wist dat er een milieubak in de garage stond. Ik verwar het icoontje van het gebruikte frituurvet met een papierprul en Hans giet prompt de vette smurrie over de oudpapierbak heen. Game over. Terug naar het beginscherm. Hansworst. In weer een andere speelsessie heeft Hans bloemkoolresten over na het eten, maar buiten is het te donker om de compostbak te vinden. Achtertuinverlichting heeft Hans niet en aangezien het bedtijd is, stuur ik Hans maar met de bloemkoolresten naar bed. Morgen weer een dag.
Aan het denken gezet
Na de initiële besturingsproblemen kom ik daadwerkelijk toe aan het leerzame gedeelte van Thuis in het Milieu. Tijdens elke activiteit krijg je een meerkeuzevraag voorgeschoteld die op een of andere manier met het milieu te maken heeft. De eerste vraag gaat over boodschappentassen. Neem er zelf eentje mee, want dat is beter voor het milieu, luidt het advies. Nog steeds een goede raad natuurlijk, en met het in 2016 in werking getreden verbod op gratis plastic tassen nog steeds heel actueel.
Een andere vraag gaat over hoe schadelijk vaatwasmachinetabletten met fosfaat zijn. Ik had er nog nooit van gehoord, maar met wat zoekwerk kom ik erachter dat het al sinds 1990 verboden is om fosfaat te gebruiken in schoonmaakmiddelen.
Naast alle multiplechoicevragen kan Hans dagelijks de krant lezen. Een van de krantenberichten gaat over ‘bloemenververs’ en hoe slecht deze industrie wel niet is voor het milieu. Het zegt me helemaal niets. Ik google de term en kom uit in het archief van de Leidse Courant uit, inderdaad, 1990: ‘Bloemenververij voor milieu niet rooskleurig!’ Fosfaatperikelen en uitschietende bloemenververs blijken problemen van een kwart eeuw geleden en heel even ben ik best tevreden hoe verouderd Thuis in het Milieu voelt.
Maar naarmate ik verder speel, komt het besef dat dit uitzonderingen zijn. Thuis in het Milieu is soms verdomd actueel en snijdt met zijn oersimpele vragen thema’s aan waarmee we nog altijd worstelen. In één van de vragen wordt gesteld dat Nederlanders per dag 120 liter water gebruiken. Wat zoekwerk leert me dat we in 2016 gemiddeld op 121 liter zaten. We spoelen een goed milieu letterlijk door de plee. Weer een andere vraag gaat over hoe schadelijk aluminium verpakkingen voor het milieu zijn, omdat deze tijdens het recyclingproces moeilijk uit de rest van het materiaal zijn te vissen. Ik denk aan hoe het nu geregeld is. Nu zijn er wel PMD-bakken te vinden waar je al je materiaal in kan gooien, maar het feit blijft dat de supermarkt nog altijd vol staat met blikjes. We gebruiken het materiaal nog altijd in overvloed.
Weer wat later leest Hans een krantenbericht over het gebruik van hardhout in pallets. Even ben ik weer positief gestemd. We hebben sinds 1993 een keurmerk vanwege dit soort praktijken: het FSC-keurmerk welteverstaan. Die positiviteit verdampt weer net zo hard als ik opzoek hoeveel ontbossing er nog altijd plaatsvindt – al hebben we ‘maar’ 5,2 miljoen hectare bos gekapt in de jaren ‘00 ten opzichte van de 8,3 miljoen in de jaren ‘90.
Slechts één probleemstelling lijken we echt te hebben getackeld: het aantal dassen in Nederland. Thuis in het Milieu heeft het over 1200 dassen. Naar schatting zitten we nu weer op 5 à 6 duizend. Goed gedaan met zijn allen, high five!
Tijd voor een vervolg
Hoewel het merendeel van de problemen nog altijd speelt en we vaak nog heel ver weg zijn van een oplossing, voelt Thuis in het Milieu toch als een product van zijn tijd. De game presenteert de milieu-issues relatief onschuldig en focust zich met de vragen op kleine zaken die jij als speler gelijk kan aanpakken. Zoals de beroemde Postbus 51-slogan al luidde: een beter milieu begint bij jezelf. Ik durf alleen wel te stellen dat die instelling niet meer niet genoeg is.
Misschien stemt het nog wel treuriger dat Thuis in het Milieu bepaalde problemen nog niet benoemt – omdat ze nog niet echt bestonden of minder evident zijn dan anno 2017. Iets dat direct te binnen schiet is hoe we met zijn allen te veel vlees blijven eten en de bijbehorende CO2-problematiek. En het feit dat we met muizenstapjes overstappen op duurzame energie stemt ook niet vrolijk: sinds 1990 zijn we van 1% hernieuwbare-energieverbruik gestegen naar 5,9%. Dat schiet niet op.
Ik zou graag Thuis in het Milieu ergens de schuld van willen geven. Dat het een naïeve insteek heeft. Dat de abstracte meters die in beeld staan niet zo veel zeggen over hoe milieuvriendelijk je bent. Dat het problemen onderschat.
Maar als ik al iemand de schuld zou moeten geven, dan ben ik dat. En mijn omgeving. Waarom staan we nog altijd zo naïef in alle problematiek? Waarom zeggen die alarmerende cijfers ons niet zo veel? Waarom blijven we alle milieuproblemen onderschatten? Aan Thuis in het Milieu en zijn boodschap ligt het zeker niet. 27 jaar na dato is dat besef er wel.
Misschien is het tijd voor een vervolg…