Onze keuken loopt als een geoliede machine. Het vlees ligt te bakken en de uiensoep staat lekker te pruttelen terwijl ik met een tevreden blik de vieze borden af sta te wassen. Ondertussen snijdt mijn vriendin de sla en tomaat, zodat we straks een heerlijke hamburger kunnen uitserveren. En dat allemaal netjes binnen de tijd. Een perfecte score van drie sterren kan ons niet meer worden ontnomen.
Meer gesproken verhalen horen? Abonneer je op onze podcast Laadscherm Voorgelezen
De coöperatieve kookgame Overcooked is een perfect spel om samen te spelen. Het is niet gewoon een singleplayerervaring met een extra speler erbij geplakt, zoals bij veel andere games met een coöpmodus. In dit koddige spelletje is het essentieel dat je goed samenwerkt, anders loopt alles in de soep.
Laat je een pan te lang op het vuur staan, dan vliegt de hele keuken in de fik en ben je kostbare tijd kwijt aan het blussen van het fornuis. Vergeet je een ingrediënt uit een recept, dan blieft de klant jouw kookkunsten niet en kun je een goede score wel vergeten.
Er moet continu worden gesneden en gekookt, gerechten moeten worden opgemaakt en uitgeserveerd en vieze borden moeten weer worden afgewassen. Al die handelingen kun je nooit in je eentje doen, je moet ze slim verdelen tussen jezelf en je partner. En daar zijn mijn vriendin en ik uitstekend in. Althans, dat dacht ik.
Kookpunt
“Heb je door dat je mij de hele tijd opdrachtjes aan het geven bent?” zucht mijn vriendin me opeens toe tijdens een van onze kookavonden. Ik kijk even op – maar niet te lang, want de soep is bijna klaar.
“Wat?”
“Jij zegt de hele tijd wat we moeten doen, het is een beetje irritant.”
Ik spoel de afgelopen paar minuten even terug in mijn hoofd, en inderdaad, ik ben constant aan het woord. “Ik ga nu het vlees bakken, dan kun jij vast de broodjes klaarleggen, dan lever ik die zo in, wil jij dan afwassen als het vieze bord er is? Dan snij ik daarna de sla. Wat hebben we hierna nodig? Tomatensoep? Kun jij dan vast gaan snijden, dan zorg ik dat de volgende bestelling straks klaar staat…”
Zonder me er echt bewust van te zijn, vuur ik een constante stroom aan kleine orders richting mijn vriendin en mag zij die eigenlijk alleen maar uitvoeren. Terwijl ik dacht dat we als twee gelijkwaardige chefs in de keuken stonden, blijk ik toch meer de Gordon Ramsay die zijn personeel commandeert. Na onze speelsessie blijft dit moment nog even in mijn hoofd hangen. Waar komen die onbewuste orders vandaan?
Ik ben niet de baas
Het is niet dat ik per se de baas wil spelen, ik ben totaal niet autoritair ingesteld. Maar ik zie gewoon voor me hoe we een probleem naar mijn idee het beste aan kunnen pakken en ga dan meteen aan de slag. Mijn vriendin moet maar volgen.
Ik realiseer me dat dit een heel gesloten manier van communiceren is. We lossen het probleem wel op, maar altijd op mijn manier. En wie zegt dat dat de beste manier is?
Ik weet al langer dat ik deze neiging heb, ik wist alleen niet dat ik het ook in games toepaste. In mijn werkzame leven ben ik er geregeld tegenaan gelopen, vooral als ik met anderen moest samenwerken aan een project. Ik kwam dan gelijk met een heel plan van aanpak, waarvan ik dacht dat het ‘t beste was, en ideeën van anderen kon ik daar moeilijk in verwerken.
Het liefst deed ik alles zelf en droeg ik niets over, zodat ik zeker wist dat alles zou gaan zoals ik het in mijn hoofd had. Dat is natuurlijk niet echt een bodem voor een vruchtbare samenwerking en levert vaak ook niet het beste resultaat op. Juist door naar andermans meningen te luisteren en ideeën samen te laten komen, kom je tot iets dat beter is dan wat je in je eentje had kunnen verzinnen.
Een heel ander probleem
Tijdens de volgende Overcooked-sessie probeer ik me daarom in te houden. Maar dan loopt mijn vriendin ineens tegen het tegenovergestelde probleem aan. Ze is in haar deel van onze digitale keuken hard aan het werk om alles zo goed mogelijk te doen.
Ze legt alvast een broodje op een schoon bord en doet daar de gesneden sla en tomaat op: nu hoeft er alleen nog een gebakken hamburger op en dan is de bestelling klaar. Ik ben aan de andere kant met de pannen in de weer en denk slim te zijn door het gare vlees vast op een broodje te dumpen. Als ik dat naar haar breng, is ze niet blij.
“Nee, ik heb alles al klaar liggen! Ik had alleen het vlees nodig.” Je raadt het al, als het vlees al op het broodje ligt, kun je het er niet meer af halen. Wat zij klaar heeft liggen, is dus ineens niet meer bruikbaar. “Nu moet ik extra groenten gaan snijden!”
Waar ik te veel opdrachten gaf, deelt zij juist te weinig informatie. Ik kan natuurlijk niet weten dat zij in haar hoofd al een plan heeft gesmeed en nog maar één stukje van de puzzel mist. Ze gaat er stilzwijgend vanuit dat het wel duidelijk is wat ze aan het doen is en wat mijn rol is in dat plan. Maar ik ben druk met mijn eigen taken en heb niet altijd door wat zij bekokstooft.
Voor ons allebei dus een leermoment. We besluiten door te zetten en meer samen te werken. Na wat oefening krijgen we eindelijk de smaak te pakken en begint onze keuken te lopen, zoals het hoort. We vertellen elkaar wat onze volgende handeling is en wat we van de ander nodig hebben om verder te komen.
Niet op een dwingende manier, maar als een neutrale vraag. Als de een even zijn bord vol heeft, springt de ander snel bij, en we houden in de gaten of een van ons niet teveel hooi op z’n vork neemt.
Je zou bijna denken dat deze nieuwe communicatievaardigheden ook in het dagelijks leven van pas kunnen komen…
One comment
Comments are closed.