Grand Theft Auto: Vice City opent met Video Killed The Radio Star terwijl op een oude computerterminal Vice City wordt ‘ingeladen’. Het beeld schakelt vervolgens naar vista’s van de neon-overgoten stad, begeleid door een synthesizer-soundtrack waarin de typische jaren ‘80 saxofoon niet mag ontbreken. Vice City presteert het zo om binnen twee minuten een sfeer neer te zetten waar andere games in nog geen honderd uur bij in de buurt komen. Ik hoop dat ontwikkelaar Rockstar het magnum opus van zijn eigen serie herkent en ernaar teruggrijpt bij het ooit te verschijnen GTA 6.
Meer gesproken verhalen horen? Abonneer je op onze podcast Laadscherm Voorgelezen
Vice City’s perfecte begin is de start van een ode aan alles uit de jaren ‘80. En het is het startschot van een Scarface-achtige rise to fame in een fictieve stad, in een al even fictief 1986. Soms pakt de game vrij letterlijk aspecten uit die film over, zoals op het moment dat je jezelf een landhuis toe-eigent dat verdacht lijkt op de villa van Tony Montana. Op andere momenten is Vice City wat minder on the nose met zijn verwijzingen of hommages. Bijvoorbeeld met het personage Lance Vance, die een outfit zoals Sonny Crockett uit Miami Vice aanheeft. Of met de schijterige advocaat Ken Rosenberg, die gebaseerd is op Seans Penns personage uit Carlito’s Way.
Vice City put voor inspiratie uit een uitzinnig decennium. Niet alleen qua films. Het is ook het decennium van MTV, van de synthesizer, van popmuziek, van de Miami Drug War, van neonkleuren, van decadentie, van Wall Street. En tijdens het spelen van de game krijg je het gevoel dat al deze aspecten een logische plek krijgen. Gebeurtenissen, personages of films worden nooit letterlijk genoemd, waardoor Vice City zich niet druk hoeft te maken over chronologische volgordes. In plaats daarvan focust het zich op een samenhangend beeld schetsen van een fucked up wereld waarin iedereen zichzelf door de waanzin van cocaïne het belangrijkste vindt.
Dat uitgangspunt vertaalt zich niet alleen naar personages en locaties, maar ook naar uitbundige missies. Helikopters moeten worden neergeschoten, speedboten achtervolgd, en motorfietsen gestolen. Laten we de hele verhaallijn waarin je jouw pornofilmstudio op moet bouwen en promoten ook niet vergeten. Naast missies krijg je de mogelijkheid om locaties te kopen, die vervolgens meer geld voor je genereren. Gedreven door het vooruitzicht dat er altijd meer in het vooruitzicht ligt, ga je ook voor dat: meer. Je vult je garage met nog meer auto’s. Je koopt nog een locatie. Dat je gedrag niet houdbaar is en er wel iemand moet zijn die je in je rug gaat steken, zie je daardoor tegelijkertijd totaal niet en 100% wel aankomen.
Van San Andreas naar depressie
Grand Theft Auto: San Andreas verlegt de aandacht naar een decennium later, met in de hoofdrol CJ Johnson die zich in Los Santos vanuit de achterbuurt langzaamaan opwerkt. De toon is gelijk wat ruwer. Zo chanteert de corrupte agent Frank Tenpenny, ingesproken door Samuel L. Jackson, CJ om de haverklap door zijn familie tegen hem te gebruiken. Daarmee wordt San Andreas ook wat menselijker. In plaats van Tommy Vercetti, die in Vice City geweld bijna toejuicht, krijgen we een personage dat niet gelijk voor geweld wil kiezen. Maar het is een nuanceverschil. In de basis doet San Andreas precies hetzelfde als Vice City. In plaats van referenties aan Scarface, hebben we nu met Boyz in the Hood te maken. En in plaats van Nena en Michael Jackson is het Ice Cube en Guns N’ Roses.
Met Grand Theft Auto IV wordt echt wat nieuws geprobeerd binnen de GTA-formule. De bruingrijze voorstad van Liberty City is waar de Oost-Europese migrant Nico Bellic suffe klusjes opknapt in de hoop wat kruimels van de American Dream op te zuigen. Het is een geloofwaardig neergezette game. Maar echt leuk? Nee. Veel missies laten je voelen wat Nico heel lang is: een loopjongen die van de ene kant van de stad naar de andere rijdt in een afgeragde bak en net als iedereen bij de tolbrug moet stoppen om te betalen. In Liberty City ontstijgt de speler nooit echt de anonimiteit.
Dat is iets knaps, absoluut. Maar door GTA IV dichter langs realisme te laten schuren, verdwijnt ook de afstand om het luchtig te kunnen houden. GTA IV lijkt zichzelf steeds te verplichten om een maatschappelijk punt te maken. Nico Bellic klaagt steen en been over dat hij meer geld nodig heeft, maar het geldmetertje bovenin – een systeem dat al vanaf de eerste GTA aanwezig is – loopt gedurende het spel gestaag op. In Vice City had je écht meer geld nodig, want ja, meer is beter in de 80s. En ook in San Andreas had je geld nodig, want je kon het allemaal vergokken in een van de casino’s. Bellics houding ten opzichte van geld en zijn situatie is er eentje van onmacht, maar waarom maakt het spel nooit echt duidelijk.
Dat komt ook doordat GTA IV zich afspeelt in het heden. Of beter gezegd: op het moment dat de game in ontwikkeling was. Daardoor probeert GTA IV soms een punt te maken over een decennium dat tijdens de ontwikkeling en het moment van verschijnen nog niet eens voorbij was. Enkel door het verstrijken van de tijd wordt echt duidelijk wat een bepaalde tijdsperiode definieerde. Een voorbeeld daarvan is Ricky Gervais die stand-up comedyshows geeft in de game. Leuk voor de Gervais-fans, maar zullen we over 30 jaar zeggen dat hij dé comedian van de jaren ‘00 was? Anderzijds wordt een onderwerp als de Twin Towers of the war on terror totaal niet aangesneden. Wellicht bewust omdat het te vers was, maar het beeld van president Bush die tijdens het voorlezen aan basisschoolkinderen hoort over 9/11? Dát is bijvoorbeeld wel echt iconisch.
Terug naar de fun
GTA 5 grijpt tot slot terug op een gedeelte van het beproefde recept: explosies, over the top actie, spektakel. Het vijfde deel staat er bol van en het is daardoor een ontzettend toffe game die een virtuele variant op Los Angeles echt tot leven wekt. Uit welk jaar dat Los Angeles komt, is alleen moeilijk te bepalen. Ergens in ‘het heden’ van de ontwikkeling. Dat zie je aan de onderwerpen die voorbijkomen, waardoor echte punten weer nooit gemaakt worden. Realityshows komen voorbij (zijn die nog relevant?) en een Facebook-parodie wordt als een hipster-start-up neergezet, terwijl de gigant in het echte leven ondertussen opgehemeld en weer neergesabeld werd.
Daardoor worden die momenten van herkenning nooit speciaal. We leven deze werkelijkheid al met zijn allen en GTA 5 is ingehaald door de huidige tijd, waarin we momenteel meer publiek debat hebben over de radicalisering van het geopolitieke spectrum (lees: Trump), post truth of de terechte degradatie van FC Twente. In die discussie speelt GTA 5 geen enkele rol. Eigenlijk kan slechts het verstrijken van de tijd ons leren hoe goed GTA 5 dit decennium heeft weergegeven. Voordeel is wel dat met het online gedeelte bepaalde popcultuurzaken na de release nog een plek kunnen vinden. Superheldenpakjes bijvoorbeeld.
Terug naar de glorietijd
Begrijp me absoluut niet verkeerd. De GTA-serie is ongeëvenaard. In hoe het de openwereldgame op de kaart heeft gezet en daarin nog steeds de allerbeste is. Hoe GTA elke andere gametitel met gemak omver blaast. Hoe GTA eigenlijk groter is dan de game-industrie zelf.
GTA is onderdeel van de populaire cultuur. De serie is dat mede geworden doordat het een eigen en volwassen kritiek op een bepaalde en bepalende tijdsperiode gaf. Net als dat Warhol naar soepblikken of Marilyn Monroe keek en daarmee de kunstwereld verbaasde. Laten we hopen dat GTA 6 teruggrijpt naar de visie van Vice City.