De Nintendo Switch is één van de leukste maar ook vreemdste spelcomputers ooit, en daarom niet goed op een rationele manier te beoordelen. Een redelijk vergezochte metafoor past beter.
Meer gesproken verhalen horen? Abonneer je op onze podcast Laadscherm Voorgelezen
Ik houd van metaforen. Meestal als manier om bijvoorbeeld iemand belachelijk te maken — ‘die heeft een kop als een pot kwark’. Maar vaak ook als manier om anders tegen de dingen aan te kijken. Het woordenboek omschrijft de metafoor als volgt: “Een metafoor (van Lat. metaphora: overdracht) is een vorm van beeldspraak, waarbij er sprake is van een impliciete (onuitgesproken) vergelijking. Metaforen ontstaan uit de mentale (cognitieve) behoefte nieuwe inzichten te benoemen vanuit een overeenkomst met het reeds bekende.”
Na ruim twee weken spelen met de Nintendo Switch heb ik de mentale behoefte om een nieuw inzicht te benoemen en dat doe ik aan de hand van eten in een restaurant. Daarbij wil ik eerst de in 2013 overleden culinair recensent Johannes van Dam van Het Parool aanhalen. Van Dam bezocht en becommentarieerde tussen 1991 en 2013 menig Amsterdams restaurant, maar je kon hem nog het meest blij maken met een simpele kroket van de Febo.
Vlaamse friet
Voor mij geldt hetzelfde als het gaat om Vlaamse friet. De echte variant uit Vlaanderen, dubbel gebakken in ossewit en gegeten in een scharrig kot waar het vet van de gedateerde tegelmuren druipt en de tijd medio 1972 stil is blijven staan. Toen ik opgroeide in Brabant at ik regelmatig in precies zo’n kot, ’t Voske, net over de Belgische grens in het dorpje Poppel. Blind voor de omgeving vroeg ik me niet af wat er beter zou kunnen en stond ik niet stil bij hoe de puntzak friet ooit populair heeft kunnen worden.
Dat slaat immers nergens op: de saus zit bovenop en tegen de tijd dat je onderin de zak bent, zit je tot je polsen onder de mayonaise. Mijn punt: die Vlaamse friet was zo ontzettend lekker dat het voor de smaak niet uitmaakt of je dat nu eet in de afgrijselijke omgeving van een Belgisch kot of in de strak gestileerde binnenkant van één van de frietboetieken die de laatste tijd overal opduiken. De metafoor: de Nintendo Switch is een beetje als zo’n Belgisch frietkot, met The Legend of Zelda: Breath of the Wild als onnavolgbare zak friet die alle rationele bezwaren doet vervagen.
In de dagen voorafgaand dat de Nintendo Switch verscheen heb ik tal van reviews gelezen. En die hadden vrijwel dezelfde strekking: de Nintendo Switch is een ontzettend leuk apparaat, maar. Dan volgde een lijst met tekortkomingen, bijvoorbeeld het ontbreken van een online dienst terwijl concurrenten dat al jaren hebben. Het gedoe met kleine lokale opslag, de onmogelijkheid om savegames mee te nemen, de relatief beperkte grafische mogelijkheden, klachten over connectieproblemen van de Joy-Con-controller.
Zeldzaamheid
Na ruim twee weken met de Nintendo Switch kan ik niet anders concluderen dat die puur rationele manier van recenseren het apparaat tekort doet. Ik snap prima dat het als recensent niet meer dan logisch is om de concurrentie erbij te pakken. Een nieuwe iPhone vergelijk je ook met zijn voorganger en andere recente smartphones. Maar: een spelcomputer laat zich eigenlijk niet op zo’n manier behandelen, omdat het anders dan apparaten als telefoons, tv’s, koelkasten en wasmachines geen puur functioneel apparaat is.
Net zoals je een restaurant vooral beoordeelt op hoe lekker het eten is, reken je een spelcomputer af op wat je erop speelt. Daarbij telt zeker de eerste indruk: als de friet te slap of te vet is, ga ik niet nog eens bij dat frietkot langs, al hebben ze nog zulk vriendelijk personeel, leuk interieur en fraai uitzicht. Met Breath of the Wild levert Nintendo een zak friet af waar je maar voor blijft terugkomen en je helemaal niet nadenkt over op- of aanmerkingen. Want zo goed is die game. En dat is meteen terug te zien aan de eerste verkoopcijfers van de Nintendo Switch. De Switch beleefde zowel in de VS als Europa het meest succesvolle openingsweekend ooit voor een Nintendo-spelcomputer, met Zelda als bestverkopende game.
Toegegeven: Breath of the Wild is zo’n zeldzaam soort game dat maar eens in de paar jaar verschijnt. Een game die prachtig is door zijn stijl, niet door de beste graphics, uitdagend door zijn openheid in plaats van steeds lastigere obstakels, tjokvol maar toch nooit overweldigend. Het is één van de leukste games die ik ooit gespeeld heb en het is de game waar je een Nintendo Switch voor koopt. Wat er verder ook gebeurt, de Nintendo Switch is nu even het apparaat waar je de nieuwste Zelda op speelt.
Irrationeel
Laatst kwam ik weer eens in Poppel om Vlaamse friet te eten. ’t Voske zoals ik dat kende, met zijn vette muren en versleten tafels, stond er niet meer. Het gebouwtje had door het succes van de friet plaats gemaakt voor een veel groter filiaal waar de naam met grote lichtgevende letters op staat, met parkeerplaats, veel meer personeel en zelfs een drive-thru. En hoewel de omgeving zo toch een stuk fijner was om in te eten, smaakte de friet gelukkig nog precies even lekker. Daar voegde de nieuwe omgeving net zo weinig aan toe als de oude omgeving daaraan afdeed.
Zo kan het met de Nintendo Switch ook gaan. Tekortkomingen worden opgelost en met zijn ijzersterke basis kan de Switch uitgroeien tot iets groots. Tot die tijd ben ik te druk bezig met één van de leukste games ooit om me druk te maken over of de Nintendo Switch een toegankelijk systeem heeft om vrienden toe te voegen of niet en of de controller niet een tientje te duur is. Dat is niet rationeel, maar dat is naar België rijden voor een zak friet ook niet.
64 comments
Comments are closed.