Mensen kennen mij als de schreeuwlelijk die het altijd nodig vindt om een slechte grap of rare opmerking te maken. Ook sta ik bekend als iemand die graag in de schijnwerpers staat. Daar maak ik gelukkig dan ook weer grapjes over, iets waar Ivo Niehe nog van zou kunnen leren. Toch was ik niet altijd zo.
Meer gesproken verhalen horen? Abonneer je op onze podcast Laadscherm Voorgelezen
Je zult het wel herkennen: tijdens een avondje FIFA met vrienden is er altijd iemand die overdreven doet en keihard schreeuwt bij elke mislukte tackle van Ajax-verdediger Joël Veltman. Het is dat ik een waardige tegenstander ben, anders was ik allang niet meer uitgenodigd door vrienden.
Ommezwaai
Af en toe vraag ik mijzelf of mijn gedrag wel (opr)echt is. Ben ik echt iemand die zo sociaal mogelijk wil zijn en altijd moet laten weten dat ‘ie er is? Als ik terugga in mijn eigen geschiedenis, moet ik concluderen dat het vroeger heel anders is geweest. Maar op een gegeven moment kwam er een grote ommezwaai in mijn gedrag. En dat allemaal dankzij World of Warcraft.
World of Warcraft verscheen toen ik 13 jaar was. Even de situatie schetsen: 1e klas havo/vwo, dertien puisten op ’t gezicht, een bijzonder slecht kapsel en het tegenovergestelde flirtvermogen van Tim Douwsma. Verder hield ik vooral liever mijn mond, uit angst voor het pestgedrag van medescholieren. Toch kreeg ik op een of andere manier veel vrienden, al wist ik toentertijd niet hoe dat kwam. Veel praten deed ik toen niet.
De behoefte om met andere (onbekende) personen te praten, was er gewoonweg niet. Tot ik aan World of Warcraft begon. Elke dag keek ik uit naar weer een gamesessie met mijn paladin.
Ik kwam in de guild Fatal Error terecht, een groep met Nederlanders, Saoedi-Arabiërs en een verstrooide Griek. Door die vrij sociale mensen werd ik min of meer gedwongen te gaan praten in het chatkanaal van onze guild. Gaandeweg bekroop me het het gevoel dat ik daadwerkelijk over communicatieve vaardigheden beschikte.
Public Teamspeaking
Een spel als World of Warcraft lijkt voor een leek de perfecte manier om vijf jaar van je leven weg te gooien, maar het heeft mijn leven juist verrijkt. Vooral toen ik het maximale level bereikte en ging raiden (lees: met z’n veertigen op pad gaan om een eindbaas te verslaan).
Want wat moet je doen als je met 39 andere mensen gaat raiden? Praten. Met elkaar overleggen. Dat betekent: Teamspeak installeren. Oh god, daadwerkelijk spreken met mensen die je nooit hebt ontmoet? Ik moest er maar aan geloven.
Ondanks mijn jonge leeftijd (en dus ook vroege bedtijd) mocht ik regelmatig met deze raids meedoen. Gelukkig had ik nog een microfoon liggen, afkomstig uit de SOCOM-bundel voor de PlayStation 2, die met wat gepruts ook te gebruiken was op de pc.
“Door grotendeels anoniem achter een scherm te zitten, durf je toch meer. Dat ik iets doms zou kunnen zeggen, maakte voor mij daarom niet meer uit.”
Die raids waren voor mij een geschenk uit de hemel. Elke avond speelden we weliswaar met het doel om zoveel mogelijk bazen te verslaan, maar ik zag het ook als een oefening in leren communiceren. Wat werkt in communicatie en wat werkt niet?
Door grotendeels anoniem achter een scherm te zitten, durf je toch meer. Dat ik iets doms zou kunnen zeggen, maakte voor mij daarom niet meer uit. Ik zat toch veilig achter een scherm. En in tegenstelling tot klasgenoten deed niemand in mijn guild aan bullying. Zij accepteerden juist dat ik zo’n jong jochie was dat soms een beetje gek overkwam.
Nog altijd word er gegrinnikt als ik iets ‘doms zeg’. Sommige alledaagse dingen weet ik nog steeds niet. Ik haal vaak woorden of spreekwoorden uit elkaar. Zoals “al geef je een aap een gouden ring, het is en het blijft een aap”. Maar door mijn zelfspot kunnen vrienden en ikzelf er keihard om lachen. Zonder zelfvertrouwen had ik dat nooit kunnen doen.
Mijn wereld na Warcraft
Ik heb, denk ik, drie jaar lang bijna elke dag ‘geraid’. Ook als het buiten 30 graden was, zat ik achter de computer. In die jaren heb ik ontdekt wanneer mensen mij het meest accepteren. En kwam ik erachter dat ik me op die manier ook het meest op mijn gemak voel: door op te vallen en mijzelf niet te serieus te nemen. Dankzij Teamspeak heb ik geleerd dat het niet erg is om af en toe ‘domme’ opmerkingen te maken. Dat gaf me juist zelfvertrouwen.
Ik verloor mijn interesse in World of Warcraft toen ik voor het eerst een vriendinnetje kreeg. Ik speelde toen al vrij sporadisch, maar dat vriendinnetje was het laatste zetje.
Ik zal het niet ontkennen: verkering krijgen was voor mij dé bevestiging dat het qua communicatie inmiddels wel goed zat. Hoewel het na drie maanden uitging, voelde ik dat ik de wereld aankon. Beginnen aan een studie en veel nieuwe mensen ontmoeten was nooit eerder zo makkelijk geweest. En dat allemaal dankzij World of Warcraft.
Het is jammer dat ik de Nederlanders van de guild Fatal Error, waaronder Yggdrasil, Norfair, Kalimdo en nog vele anderen, nooit heb ontmoet. Via deze weg wil ik ze toch bedanken. Voor hun bijdrage aan het vormen van mijn persoonlijkheid. Bedankt.