“Wie denkt dat voetbal alleen een sport is die in weekenden op veldjes achteraf wordt gespeeld door mannen die hun frustraties thuis niet kunnen botvieren, heeft het mis. Het zogenoemde competitievoetbal is uitgegroeid tot een wereldwijd fenomeen.”
Meer gesproken verhalen horen? Abonneer je op onze podcast Laadscherm Voorgelezen
Deze uitspraak over voetbal zul je nergens tegenkomen. Hij is door mij verzonnen, want geen enkele journalist zou ooit zo durven schrijven als het om voetbal gaat. Maar als grote media over games berichten, is het ineens heel normaal. En dat begint een beetje raar te worden.
De game-industrie is er namelijk één om serieus te nemen. Kijk naar de cijfers en je weet genoeg. De markt voor games draaide volgens marktonderzoeker SuperData in 2016 een omzet van 91 miljard dollar. Voor 2017 is de prognose een omzet van 105 miljard dollar.
Ter vergelijking: bioscoopfilms draaiden in 2016 een recordomzet van 38,6 miljard dollar. En tellen we de omzet uit 2016 van de Amerikaanse divisies voor basketbal, honkbal en American football, de Engelse Premier League en de Duitse Bundesliga bij elkaar op, komen we op zo’n 32 miljard euro.
Zo’n vergelijking is natuurlijk nooit helemaal eerlijk. Aan films wordt nog verdiend als ze verkocht of gestreamd worden, dus we zien niet het hele plaatje. En als we de omzet van alle sporten wereldwijd bij elkaar optellen komen we ook wat hoger uit, al zijn de vijf gebruikte divisies wel de meest lucratieve. Ondertussen betrekt SuperData bij zijn berekening van de gamesmarkt alles wat er mee samenhangt, van opbrengsten van mobiele games tot de inkomsten van gamende YouTubers en uit e-sport.
Lullige toon
Wat ik met deze grof schattende vergelijking wil zeggen is: als we puur naar de cijfers kijken, kunnen games zich op z’n minst meten met film en sport. Toch is de berichtgeving over games heel anders van toon en frequentie dan die over film en sport. In het NOS Journaal gaat het dagelijks over sport, terwijl berichtgeving over games een zeldzaamheid is in het best bekeken nieuwsbulletin van Nederland. De uitslag van filmgala’s zoals de Oscars is een vanzelfsprekendheid, maar prijzenshows voor de game-industrie halen het hoofdpodium dan weer haast vanzelfsprekend niet.
Hoe zou het toch komen dat games er ondanks steeds grotere omzetcijfers en steeds bredere toepassingen nog zo bekaaid vanaf komen in de berichtgeving? Ik denk dat het met de toon van die berichten te maken heeft. Net wat te vaak wordt er over games geschreven alsof het een zonderlinge niche is.
Zo kopte Metro eerder dit jaar ‘Gamers zijn niet dik en agressief’, met de openingszin: “Wie denkt dat gamen zinloos tijdverdrijf is, komt bedrogen uit”. Of recentelijk deze video van NRC: “Gamers zijn luie mensen die urenlang passief achter een scherm zitten. Toch?”. In beide gevallen wordt het belegen beeld van de gezette zolderkamernerd erbij gehaald.
Sport en film zouden toch nooit op zo’n lullige manier worden ingeleid. Maar wat als dat wel zo zou zijn? Ik doe een poging:
‘Sportclub betaalt 222 miljoen voor nieuw lid’
Getalenteerde voetballers hoeven niet langer een baan naast hun hobby te hebben. De sport blijkt verrassend lucratief.
Wie denkt dat voetbal alleen een sport is die in weekenden op veldjes achteraf wordt gespeeld door mannen die hun frustraties thuis niet kunnen botvieren, heeft het mis. Het zogenoemde competitievoetbal is uitgegroeid tot een wereldwijd fenomeen.
In speciaal gebouwde stadions komen fans van de sport, waarbij een bal met de voeten over het gras wordt getrapt, tegen betaling bijeen. De beste voetballers worden als helden onthaald en krijgen dankzij sponsors en clubs de hele week de tijd om beter te worden in het schoppen tegen de bal.
Wie goed genoeg is, kan zelfs een aardige cent verdienen door als professioneel voetballer aan de slag te gaan. Sterker nog: sportclubs kopen de beste voetballers van elkaar over voor veel geld.
Het overkwam de Braziliaan Neymar, onder fans van de balsport zo bekend dat zij hem aan alleen zijn voornaam al herkennen. De Franse voetbalclub Paris Saint-Germain betaalde de Spaanse club FC Barcelona zelfs 222 miljoen euro om Neymar van club te laten wisselen.
Het is een recordbedrag in de opzienbarende ruilhandel waar sportverenigingen in verzeild zijn geraakt. Neymar zegt blij te zijn met de overname. “Ik kreeg al veel geld voor mijn hobby, maar nu is dat nog meer geworden”, lacht de Braziliaan.
Dat hij van Barcelona naar Parijs moet verhuizen om te kunnen voetballen, neemt Neymar op de koop toe. “Ik vind het gewoon leuk om tegen een bal te schoppen, het maakt me niet uit of mensen dat raar vinden.”
‘Amerikaan wint prijzen voor liedjesfilm’
De Amerikaan Damien Chazelle heeft tijdens de Academy Awards, een prijzenshow van de filmindustrie, tal van prijzen gewonnen voor zijn film La La Land. Opvallend: veel zinnen in de film worden gezongen, niet gesproken.
We hebben er allemaal weleens van gehoord: de film. Mensen die goed kunnen doen alsof, worden met speciale apparatuur vastgelegd. Het resultaat duurt vaak anderhalf tot soms wel drie uur, en geldt voor veel mensen zelfs als een leuk avondje uit.
Waar de meeste van die films bestaan uit mensen die tegen elkaar praten en soms roepen, leek het de Amerikaan Damien Chazelle een leuk idee om de personages in zijn film tegen elkaar te laten zingen.
Echt waar: in zijn film La La Land beginnen de mensen soms plotseling en zonder aanleiding te zingen en te dansen. Leuk detail: de acteurs – de mensen die doen alsof – hebben helemaal geen zangervaring.
Ze moesten speciaal op zangles en pianoles om in de film beter te kunnen doen alsof ze echt konden zingen en pianospelen. Dat vond de jury van de Academy Awards zo knap, dat ze hoofdrolspeelster Emma Stone een gouden beeldje cadeau deden.
Ook Chazelle kreeg zo’n gouden beeldje, omdat de jury vond dat hij dit jaar het beste tegen de acteurs en de rest van zijn personeel had gezegd wat ze moesten doen. Er was zelfs een prijs speciaal voor het personeelslid dat de opname-apparatuur bediende.
Raar toch?
Het zou belachelijk zijn als sport en films zo werden beschreven als hierboven. Mensen weten wat sport is, mensen weten wat films zijn en mensen weten ondertussen ook echt wel wat games zijn. Ik ben benieuwd wanneer games met eenzelfde vanzelfsprekendheid zullen worden beschreven.