Als je mij vraagt naar mijn drie favoriete games van 2017, dan noem ik waarschijnlijk Zelda, Golf Story en Super Mario Odyssey. Toch heb ik één van die drie titels eigenlijk amper voorbij de tutorial gespeeld. Hoe kan het dat ik Odyssey fantastisch vind, maar ik tegelijkertijd nul behoefte voel om die game te spelen?
Meer gesproken verhalen horen? Abonneer je op onze podcast Laadscherm Voorgelezen
In dit artikel staan milde spoilers voor Super Mario Odyssey
Super Mario Odyssey is één van de leukste games die ik de afgelopen jaren heb gespeeld. De hele game straalt een soort liefde uit dat alleen Nintendo in zijn games weet te stoppen. De wereld is tot in de kleinste details uitgedacht en vormgegeven. De toevoeging van Cappy is briljant en blaast nieuw leven in alle aspecten van de klassieke Mario-gameplay.
Toch heb ik de game amper twintig uur gespeeld. Misschien kom ik niet eens aan de vijftien uur. Vergelijk dat met een Destiny 2 waar ik niet onverdeeld enthousiast over was: daar zit toch makkelijk een dubbel aantal uren in. Of het inmiddels vrijwel antieke Skyrim, dat ik een week na aanschaf op de Switch al meer had gespeeld dan Super Mario Odyssey in zijn drie maanden sinds release.
Perfectionistisch en lui
De oorzaak? Ik ben zowel een perfectionist als één van de meest luie personen die je gaat tegenkomen. Maar om dat te begrijpen moet ik misschien even uitleggen hoe Super Mario Odyssey werkt. Zoals in vrijwel elke Mario-game is Peach ontvoerd door Bowser en is het aan Mario om haar te bevrijden en Bowser te verslaan. Dit doe je door in de pakweg twaalf werelden die de game rijk is, Power Moons te verzamelen. Heb je er een bepaald aantal (meestal een stuk of 15 – 20), dan kan je door naar de volgende wereld. Aan het einde versla je Bowser, bevrijd je Princess Peach en is de game afgelopen, toch?
Nope. Eigenlijk is dat pas de tutorial. Daarna ga je terug naar alle werelden om de Power Moons te verzamelen die je mogelijk de eerste keer gemist hebt. Heb je er 250, dan speel je iets vrij waarmee je nog meer Moons kan verzamelen. Breng je het totaal op 500 of een andere mijlpaal, dan gebeurt er weer iets waarmee je nog meer Moons kan opsporen. Het wordt tijdens het doorspelen van het ‘verhaal’ ook al snel duidelijk dat je Moons niet allemaal de eerste keer kan halen. Al in de eerste wereld kom je lichtgevende betonblokken tegen waarover Cappy zegt dat ze mogelijk op een later moment van pas komen. Dan weet je dus al: ‘hier moet ik later terugkomen en dan kan ik er wel iets mee’.
Dat brengt mij weer op mijn paradoxale persoonlijkheid. Die mogelijkheid van ‘hier kan ik later mogelijk iets mee’ werkt voor mij namelijk door op alle Moons die ik tegenkom. Zit er een Power Moon op een pilaar waar ik na drie pogingen niet op kom? Daar kom ik later wel terug. Een gebouwtje midden in de jungle zonder overduidelijk doel? Daar zal ik nog wel een keer iets voor vrijspelen. Dat is mijn luiheid die tegen mij zegt: “Boeiend, lekker laten zitten.”
In een game als The Legend of Zelda: Breath of the Wild kan ik dat makkelijk doen. Die 900 Korok Seeds ga ik toch nooit allemaal halen, dus als ik er eentje laat liggen zal ik daar geen seconde minder om slapen. Maar Super Mario Odyssey bungelt de Power Moons zo in je gezicht, dat ik het met geen mogelijkheid kan negeren. Die ene Power Moon die bovenop die pilaar ligt in het Sand Kingdom? Die staat in m’n geheugen gegrift, want ik kreeg hem elke keer net niet te pakken. Komt dat door mijn eigen onkunde? Ben ik gewoon niet goed genoeg in die game? Of is dat gewoon iets dat ik nog niet heb vrijgespeeld? Dat is mijn perfectionisme dat tegen mij zegt: “Ik laat je niet vergeten dat je hier iets hebt laten liggen.”
Kortsluiting
Die paradox veroorzaakt een soort kortsluiting in mijn hersenpan en de enige oplossing die ik kan bedenken is dat ik de game gewoon maar laat liggen. Ik krijg helemaal de zenuwen als ik denk aan al die Power Moons die ik heb laten liggen in die werelden die ik heb bezocht tijdens het bevrijden van Peach. Maar de gedachten dat ik al die werelden opnieuw moet bezoeken om plekken te doorzoeken waar ik eigenlijk al ben geweest en die ik voor mijn gevoel al heb ‘uitgespeeld’? Meh. Dan maar niet.
Ik heb dit met meer games die ik verder heel goed zou moeten vinden. Eigenlijk alle games waar een vorm van backtracking in zit. Metroid Prime vond ik één van de meest indrukwekkende games op de Game Cube, maar al snel had ik eigenlijk de hele wereld al verkend en moest ik in gebieden waar ik al geweest was op zoek naar een knop of iets dergelijks. Vanaf dat punt heb ik de game nooit meer aangeraakt. Castlevania heb ik om die reden nooit echt gespeeld. Survival horror games als Silent Hill of Resident Evil? Ik moet er niet aan denken!
Dus ben ik voor de zoveelste keer aan een Skyrim-playthrough begonnen en ben ik bezig met mijn achtste personage boven level 80 in World of Warcraft. Want dezelfde locatie bezoeken om naar iets nieuws te zoeken, dat trek ik echt niet. Maar dezelfde locatie bezoeken om gewoon weer precies hetzelfde te doen, dat vind ik blijkbaar geen enkel probleem.