Als ik enthousiast ben over games, kan ik dat niet verbloemen. Ik praat er honderduit over, maar dat doe ik meestal tot het onvermijdelijke moment dat iemand me stopt en zegt: “Je beschrijft nu het proces van wat letterlijk iedereen die dit speelt meemaakt.” Oké, dus ik ben een oppervlakkige gamer. Nou en?
Meer gesproken verhalen horen? Abonneer je op onze podcast Laadscherm Voorgelezen
Op Laadscherm vertellen we graag unieke en persoonlijke verhalen rondom games. Waarom game X me door een moeilijke periode sleepte. Hoe game Y mijn wereldbeeld compleet op zijn kop zette. Zoiets. Dat zul je mij niet snel zien doen. Ik speel games simpelweg omdat ik ze leuk vind. Als plat vermaak, kun je bijna zeggen.
Geloof me: ik ben wel eens jaloers op mensen die er meer uit halen. Persoonlijk filosofeer ik alleen verder over games als een maker er zelf nadrukkelijk een filosofische laag in heeft gestopt. Voor mij is het onmogelijk om een spel als metafoor naast mijn eigen leven te leggen. Jammer voor mij, want misschien krijgt een game dan pas echt een emotionele waarde die je kunt meedragen. Een game leidt zo een eigen leven dat verder gaat dan wat de ontwikkelaar voor ogen had.
Ik ben een normie
Wat dat betreft ben ik een oppervlakkige en wat generieke gamer. Wellicht zelfs een normie, zoals één van mijn fijne Laadscherm-collega’s suggereerde. Voor dit artikel heb ik de betekenis van ‘normie’ even opgezocht, want dat is wat een normie doet. Een definitie op Urban Dictionary luidt als volgt: “Iemand die de populaire games speelt en meegaat in de algemene opinie. Hij/zij denkt zelf niet na en als iets bekend staat als ‘oké’ gaan ze ervoor. Ze hechten meer waarde aan de standaardmening dan aan hun eigen gedachten.”
Ik wijk in zoverre van deze term af, dat ik niet slechts de blockbusters en mainstreamgames speel. Maar ik ben wel een normie op de manier waarop ik games benader. Als het oké is, ga ik ervoor.
Neem The Witness, niet bepaald een mainstreamgame. Ik kan extreem genieten van hoe die game me een compleet nieuwe taal leert in de vorm van symbolen die corresponderen met lijnpuzzels. Hoe het spel me zo in zijn greep weet te houden, dat puzzels zich aan mij openbaren als ik simpelweg over straat loop en toevallig een kronkelend lijntje in een raamkozijn zie. Dat voelt uniek voor mij, maar precies 100 procent van de mensen die The Witness speelt, herkent dit gevoel.
Als ik Spelunky speel, één van mijn favoriete games, vind ik het fantastisch hoe ik steeds beter word, geheimen ontdek en het spel naar mijn hand zet. Dat maakt het voor mij een goed spel. Dit zegt echter niets over Spelunky zelf, want het is de definitie van elke roguelike. Wat zeg ik: dit idee geldt voor elke game ooit gemaakt. Je speelt, je oefent, je wordt beter.
Dat er mensen zijn die The Witness zien als een metafoor en filosofische overpeinzing voor zus en zo: prima. Ik los gewoon puzzels op en geniet van de kleurtjes en de vormgeving. In Spelunky ga ik voor de hoogste score en verder hebben we het nergens over.
Ik kan nog tientallen andere games noemen waar ik gigantisch veel plezier aan heb beleefd. Niet omdat ze ‘a way of life’ voor me werden, maar omdat ze me een bepaald spelplezier beloofden en dat vervolgens gewoon waarmaakten. Een game kan na de credits wel nazingen in mijn hoofd, maar meestal duurt dat niet lang. Wie heeft die tijd? Dan speel ik alweer wat nieuws.
Wat dat betreft ben ik (nog) niet zoals Laadscherm-collega Arthur, die beschreef slechts nog ‘grensverleggende stukjes interactieve kunst’ te willen spelen. Van mij hoeft dat niet, omdat ik nog steeds kan genieten van games die absoluut niets nieuws doen, maar wel naar behoren zijn uitgewerkt. Er staan slechts twee voorwaardes op mijn verlanglijstje: het moet lekker spelen en, als het even kan, een meeslepend verhaal hebben.
Ik ben een simpele man, heb weinig wensen en ben snel tevreden. Op dit moment speel ik God of War, dat mijn verlangens met volle overtuiging afvinkt. Het ziet er uit om je vingers bij af te likken, speelt heerlijk en beschrijft een schitterende reis. Daar houd ik verder geen enkele levensles aan over. I bought the ticket, took the ride.
Het is helemaal prima zo. Geluk zit in de kleine dingen, ook in het oppervlakkig spelen van games.