“Ik word helemaal gek van die Gregoriaanse kutwijven,” grom ik naar mijn SharePlay-meegluurder. Ik ben zojuist voor de zoveelste keer op rij in de pan gehakt door Dark Souls 3-baas Pontiff Sulyvahn. Mijn toeschouwer grinnikt om m’n frustratie, maar mij staat het huilen nader dan het lachen. Ik voel me een kreupel vogeltje dat het tegen een sabeltandtijger moet opnemen. Niet te doen dit. En dan die soundtrack. Het kerkkoor dat tijdens het baasgevecht in m’n oren dreunt helpt niet mee.
Meer gesproken verhalen horen? Abonneer je op onze podcast Laadscherm Voorgelezen
Overprikkeld, moe en terneergeslagen leg ik de controller neer. Waarom doe ik mezelf toch één van de moeilijkste games ooit aan? Het is een vraag die iedere verstokte Souls-speler zichzelf wel eens heeft gesteld. Existentieel peinzend kauw ik op een stukje chocola. Ik wil gewoon verder komen, besluit ik. Aan mezelf bewijzen dat ik het kan. Ingewikkelder is het niet, en hoeft het eigenlijk ook niet te zijn. Ietwat gekalmeerd pak ik de controller weer op.
Ik sprint opnieuw naar de kathedraal waar die pannenkoek Pontiff op me staat te wachten. Het baasgevecht begint en het koor zwelt op dramatische wijze aan. ‘Ugh,’ denk ik. ‘Weer die vervloekte soundtrack.’ Wonder boven wonder weet ik het Gregoriaanse geroep te negeren. Uiterst geconcentreerd en inmiddels bekend met het aanvalspatroon van de baas trek ik mijn katana. Het moet maar eens afgelopen zijn met hem. Enkele minuten later zakt hij in elkaar en vergaat hij tot as. Een golf van extase spoelt over me heen. Wie is hier nu de baas?
Overprikkeld
Begrijp me niet verkeerd: ik vind de soundtrack van Dark Souls 3 fantastisch. Zo kreeg ik kippenvel van de spookachtig mooie klanken tijdens het gevecht met de Dancer of the Boreal Valley. Maar terwijl ik me door de game worstel, blijft de soundtrack me met regelmaat storen. Ik mor een beetje met het volume van de muziek, maar het helpt niet echt. Als je voor de zoveelste keer een baasgevecht opnieuw moet doen, ben je het bonkende slagwerk, gejaagde vioolspel en jammerende gezang gewoon zat. Zo raak ik ook in het baasgevecht met Champion Gundyr helemaal overprikkeld door de aanstellerige achtergrondmuziek. ‘Weet je wat,’ denk ik briesend, ‘ik zet die hele pestzooi gewoon uit.’
Dat blijkt niet de oplossing. Bazen in Dark Souls bewegen op een soort ritme. Eén, twee, drie, BOEM. Vier, vijf, zes, BAM. Je hebt dus wel iets van muzikale aanmoediging nodig. Wat is dan wel de oplossing?
Spotify, concludeer ik. Eureka! Koortsachtig open ik de app op mijn PlayStation 4 en scroll ik door mijn zorgvuldig samengestelde playlists. De cursor blijft hangen boven m’n favoriete playlist, Bubbling Floorfillers. Zal ik? Ja, ik zal. Ik zet ‘m aan.
Move to di right, move to di left
Dancehall, reggaeton en afrobeats klinken uit mijn speaker terwijl ik me door legioenen zombiehonden, magere heinen en kraaienmonsters maai. Het contrast werkt op mijn lachspieren. Mijn personage in haar bloederige harnas, de griezelige duisternis van het verlaten kerkhof en het gereutel van stervende vijanden, allemaal met een zwoel, zomers dembow-beatje op de achtergrond. Weg theatrale soundtrack, weg overprikkeling. Sterker nog, de hele game kan me niks meer maken. Wat me eerst deed beven, doet me nu lachen.
Dit keer arriveer ik vrolijk bij de arena van Champion Gundyr. ‘Move to di right, move to di left,’ commandeert dancehall-artiest Admiral T me. De enorme Gundyr en zijn hellebaard denderen met een bloedgang op me af. ‘Kom maar op, vriend,’ denk ik zelfverzekerd. Ik move to di left en ontwijk zijn dodelijke slag. Ik move to di right en zijn gepantserde voet trapt in de leegte. Mij pakt-ie niet. Even later stort de uit de kluiten gewassen ridder in elkaar. Ik juich.
Deuntjes
Waar ik normaliter na vijftien keer achter elkaar doodgaan bij de pakken neer was gaan zitten, hield bubbling me op de been. Voor jou zijn het misschien R&B-glijers, powerballads of discoklassiekers die je door moeilijke momenten slepen. Wat je genre ook is, ik raad je aan om de soundtrack van een frustrerende game eens in te wisselen voor deuntjes waar je vrolijk van wordt. Wellicht helpt het.
Ik weet in ieder geval al welke muziek ik opzet voor het volgende baasgevecht. ‘We Be Burnin’.’